1939
Article
De Zal. Bartholomaeus Fanti
Trouwe wacht bij het H. Tabernakel, krachtig verbreider van de godsvrucht tot Maria en een aan zijn vruchten erkend leermeester in het geestelijk leven. Dit zijn de drie eere-titels, waarmede wij dezen Zalige begroeten en de hoofdtrekken van zijn leven in beeld brengen.
Hij is een der gloriën van de ‘Congregatie van Mantua’, een groote groep kloosters in Italië, die zich in de 15de eeuw met elkander verbonden om de kloostertucht, die in dit land eenigszins in verval was geraakt, in al haar heerlijkheid te herstellen en weder trouw te beleven. Haar grootste glorie moge de Zalige Baptista van Mantua zijn, die niet alleen jaren lang aan haar hoofd stond, maar daarna ook tot Generaal der geheele Orde werd gekozen, bovendien als geleerde en dichter een wereld-beroemdheid verwierf, de Z. Bartholomaeus mag het tot een eer worden gerekend, dat hij in de Congregatie aangewezen om de jonge kloosterlingen te vormen, in deze bediening dezen luister der Congregatie vormde. De vereering heeft beide mannen steeds vereenigd gehouden en in de Kathedraal van Mantua rusten nog beider onverteerde overblijfselen in één kapel bij elkander, voorwerp van gezamenlijke vereering.
Hij is te Mantua ook bekend gebleven als de grondlegger van een oude Broederschap ter eere van de Lieve Vrouw van den Carmel, waarin hij vele leeken tot vereering van Maria en tot beoefening van werken van liefde samenbracht.
Juist om de liefde tot Maria te beoefenen en te verbreiden was hij in de Orde getreden. Maar vooral is hij bekend gebleven om zijn groote en innige godsvrucht tot het H. Sacrament in het H. Tabernakel. Niet alleen was hij zelf een trouwe wacht bij het heiligdom, maar hij leidde er ook degenen heen, die in hun nood hun toevlucht tot hem namen, om hen aan de bron van leven en genade te sterken. Hij had dan het vroom gebruik, met zijn vinger, gedoopt in de olie, die brandde in de Godslamp, een kruisje te maken op hun voorhoofd of op een door ziekte aangetast deel van het lichaam. En zijn levensverhaal bewaart de herinnering aan meer dan één geval, waarin God deze vertrouwvolle zalving met een onverwachte genezing beloonde.
Zijn leven ligt nog geheel in de 15de eeuw. Zijn geboortejaar is niet bekend. Wel, dat hij 5 Dec. 1495 te Mantua in geur van heiligheid overleed, zoodat zijn lichaam in de Maria-kapel der kloosterkerk bijgezet, al aanstonds het voorwerp werd van openbare vereering. In 1782 werd het overgebracht naar de San Marco, in 1798 naar de Kathedraal.
- ↑ Published in: Carmelrozen, Vol. XXVIII, Dec. 1939, p. 180.
© Nederlandse Provincie Karmelieten.
Published: Titus Brandsma Instituut 2020