Huwelijk Hans en Trees

1929

Sermon

 

Huwelijk Hans en Trees

[1]

Fac eos plenius benedicere Te. Introitus.

Voorstelling. Tobias en Sara. Engel Rafael. Door God gezonden [o]m hen te vereenigen. Hier geen Engel maar wel Gods Voorzienigheid. Beiden gebeden en niet slechts zij maar ook Ouders en familie. God heeft uw gebeden gehoord en uw schreden geleid. [De] liefde voor elkander in ’t hart gestort Nu met elkander [v]erbonden. Is dit een contract? Zeker, maar het is meer, het in een vereeniging van twee personen volgens de wonderbare [o]rdening der natuur door God. Hij heeft den mensch geen kinderen willen schenken dan in de vereeniging van twee personen in het huwelijk. Hij heeft die vereeniging gewild [e]n den mensch het natuurlijk verlangen daartoe ingestort. [M]aar wat aldus reeds heilig was volgens goddelijke ordening der natuur, dit heeft hij nog grooter heiliging gegeven in zijn Kerk, door zijn komst op aarde om ons [z]ijn liefde te toonen. Een openbaring van de goddelijke liefde. De mensch geroepen om God te beminnen. Gods liefde het hoogste voor den mensch. Het is wel merkwaardig [da]t God om ons die liefde te doen kennen, ze heeft vergeleken [me]t de liefde van het huwelijk. Gods liefde is een geheim. [I]s er heiliger, is er schooner? Beeld moet op het afgebeelde gelijken. Hoe heilig moet het huwelijk zijn om een beeld te [z]ijn van de vereeniging van God met den mensch, van de liefde des Verlossers, van de eenheid van Christus en zijn kerk. [D]it is niets nieuws. Het Hooglied zong reeds de liefde van [2][2] God tot de ziel en zijn vereeniging met haar in de beelden van het innig leven tusschen bruid en bruidegom. En in het nieuwe Verbond ontbreekt het niet aan de heerlijkste beschrijving van de gemeenschap van de ziel met God in de beelden van het huwelijksleven. Heden feest van den H. Bernardus, dien we wel mogen noemen de zanger van de Bruidsmystiek.

Na hem schilderde in Nederland de Z. Ruusbroec in zijn schoonste boek den sier van de bruiloft der ziel en komen we tot de grootmeesteres van het geestelijk leven, uw patrones Teresia, dan wordt ook in hare werken in het binnenste van het Kasteel der Ziel met God het geestelijk huwelijk gesloten en schildert zij onder die beelden de liefde, waarvan ons de eerste schildering de Apostel der liefde gaf, uw patroon, Hans Hettinga. Als Gij van hen die God tot patronen gaf de schildering leest van de Goddelijke liefde, dan moet U die wel heerlijk schijnen en als Gij dan bedenkt, dat aan die liefde uw liefde tot elkander door God zelve geacht wordt als een beeld, hoe heilig en teer moet dan uwe liefde zijn. Dan is het meer dan in bevrediging van uzelve tot elkander gaan, dan speelt zich voor u af, hoe Jezus kwam tot ons Exinanivit ut tradidit factus obediens.[3]

Neen, dan ontmoet ge Jezus niet alleen op de bruiloft te Cana heden nu hij U vreugde en blijdschap [3] schenkt en voor een korte spanne tijds het water van de droefenis des levens verandert in den wijn der vreugde, dan ziet ge hem ook in de kribbe, op de vlucht, in Nazareth, op de velden in Palestina, waar hij geen steen had om zijn hoofd te rusten te leggen, dan ziet ge hem eindelijk aan het kruis, Sic Deus dilexit mundum[4].

Het leven is niet louter vreugde. Ge komt er in nadere aanraking met haar leed en zorgen. Nu zijn er offers te brengen. Liefde is mooi maar caritas patiens est, non quaerit quae sua sunt.[5] Er zullen omstandigheden zijn, die van U vragen U aan elkander te geven en op te offeren. Hoe kan de huwelijksliefde een beeld zijn van de liefde tot God en zijn kerk als daar ook niet was dat kruis. Ook gij moet het kruis aanvaarden, in het kruis zal zich openbaren, of uw liefde liefde was, zooals God zich die gedacht heeft toen hij uw liefde tot punt van vergelijking maakt met de zijne. Hoe heb ik verlangd dat Paschen met U te eten. Bereid U op het lijden gewapend met uw liefde, sterk om U ten slotte voor elkander op te offeren. Onze Lieve Heer maakt het kruis licht, maar maak[t] geen spel van ’t leven. [4]

Het kruisbeeld hebbe de eereplaats in uw woonkamer en uw slaapkamer om U te zeggen, hoe lief God de wereld had en hoe Hij U elkander wil doen liefhebben. Als het huiselijk leven en ook de huwelijksgemeenschap U voor zware consequenties en groote zorgen stelt, blik dan op naar het Kruis. Uw leven zal geen voortdurend offer zijn voor elkander. God belooft u veel vreugde en blijdschap, maar laat uw huwelijk een Christelijk huwelijk zijn, dat sterk blijft[6] in de moeilijke tijden, dat niet als een genot is op te vatten, waaronder men enkele onaangenaamheden in de koop mee moet nemen als een maatschappelijke overeenkomst waarbij elkanders rechten tegenover elkander worden afgemeten, maar een leven van liefde, ware liefde, liefde niet hooger beginsel, liefde die het beeld kan zijn van de liefde van God tot U. Nou zie ik uw huwelijk als iets heerlijks, als iets groots, als een nader stijgen tot God, waarmede ik U van harte gelukwensch en niet slechts U, maar ook uw Ouders en broers en ik mag er ook wel bijvoegen ook U lieve Moeder, die thans nu uw kleinkind naar U genoemd en kind van uw groote liefde tot hare levensdoel komt, ook mijzelve wensch ik geluk, omdat de familieband ook mij dierbaar blijft en door uw huwelijk bestendigd wordt.

 


  1. Sermon at the mariage of Titus Brandsma’s niece, Trees de Boer, with Hans Hettinga on 20 August 1929, St. Martinuskerk Bolsward. Manuscript (OP 90.03), 4 pages. At the first page of the manuscript, some of the first characters at the left margin can not be read – we add the missing characters between square brackets.
  2. In the manuscript erroneously again ‘van’.
  3. ”He emptied [himself] to give [himself], became obedient.” See also: Phil 2:7-8.
  4. See John 3:16.
  5. See: 1 Cor 13:4-5.
  6. In the manuscript erroneously ‘is’ is not crossed out.

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2021