1921
Article
De Zalige Aloysius Rabata
Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm., Oss.[1]
In stille overpeinzing van het woord des Heeren onder de gewelven van den kloosterbouw, treedt hij ons tegemoet. Het teekent dezen heilige, die zoo bijzonder uitmuntte in de overweging der H. Boeken.
Zoo vervulde hij op bijzonder schitterende wijze den plicht, door den Regel iederen Carmeliet met zooveel nadruk voorgehouden, dat de overweging van de wet des Heeren het eerste en voornaamste wezen moet.
Aan de overweging paarde hij de versterving, den geest van offervaardige liefde, die hem, waar het gold zielen voor God te winnen, noch ontbering noch beleediging deed achten. Zeer velen bracht zijn apostolische geest, gevoed door het woord Gods, naar God terug en ten slotte verdiende hij het groote voorrecht voor God zijn bloed te storten. In 1490 richtte een verstokt zondaar, die blijkbaar den ijver des Apostels niet kon verdragen, een pijl op zijn hoofd. Ernstig, maar niet terstond doodelijk gewond, bad hij voor zijn belager en weigerde hij diens naam te noemen. Nog slechts enkele maanden bleef zijn leven gespaard. Toen stierf hij, zestig jaren oud, aan de bekomen wonde, zoodat we reden zouden hebben, hem als een martelaar te vereeren.
Zijn dood wekte in de stad, Randazo op Sicilië, waar hij sinds jaren woonde, algemeene droefheid, want men vereerde den Zaligen Prior van het klooster als een troost voor de bedroefden en een hulp voor alwie arm en hulpbehoevend was. Geen offer was hem te veel, als hem de gelegenheid werd geboden, een werk van liefde te verrichten.
En als was dit niet genoeg, zoo voegde hij bij die werken van liefde voor zijn evenmensch even talrijke werken van gestrengheid jegens zichzelven, tuchtigde hij zijn leden, tot het bloed zijn lichaam verfde, was niemand stipt en trouw als hij in het vervullen van de minste voorschriften zijner Orde. Het mag ons dan ook niet verwonderen, dat zijn medebroeders, wier gids en voorbeeld hij reeds was door zijn heilig leven, hem tot hun Prior kozen en zijn voorbeeld hen opwekte tot steeds hooger volmaaktheid.
- ↑ Published in: Carmelrozen, Vol. X, May 1921, p. 15.
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2022