Ignatius in de Retraite

undated

retreat exercise

 

Ignatius in de Retraite

[1]

 

Ignatius in de Retraite wijst op een schoone gelijkenis. Hij stelt ons een koning voor die rondom zich zijne soldat[en] verzamelt en hen spreekt dat hij e[en] rijk wil veroveren maar dat hij zelf zal voorgaan in de strijd. Hij zal de hitte v.d. strijd dragen. Als de soldaten rusten in de tent op de grond zal hij geen betere rustplaats zoeken, als zij door de vijand worden bestormd, blootstaan aan de aanval zal hij staan vooraan. En als hij door de hulp [van] zijn soldaten het rijk heeft ingenomen zal hij zijn soldaten niet wegzenden met de gewone soldij maar hen even rondom zich verzamelen en naargelang zij hebben gestreden en geleden onder hen het rijk verdeelen. Welke soldaat, welke ridder zal weigeren. Niemand. Was er ooit een koning, die onder zulke voorwaarden opriep.

Allen willen zij hem volgen en gesterkt door het voorbeeld van hun vorst zullen zij staan als leeuwen [in] de strijd, allen zullen zij mededing[en] om een doel te ontvangen bij de verdeeling. U begrijpt reeds de strekking. Jezus de Koning v. hemel en aarde vergadert ons rondom zich en maakt ons bekend dat hij zijn rijk, zijn rijk van liefde, zijn Eucharistisch rijk wil veroveren. Hij stelt ons voor hem te volgen in dien strijd. Hij zal in ons midden zijn. Als wij ter wille van hem vervol[ging lijden,] [2] als wij in harde omstandigheden komen zullen wij steeds kunnen zien naar Hem die ligt op de koude altaarsteen en zelfs de noodzakelijkste hulde niet ontvangt. Hij is bij onze flank vooraan in de strijd, geen leed kan ons treffen als het niet eerst hem treft, als hij het niet eerst ons vooruit gedragen heeft. Hij gaat te midden van dien strijd vertrouwelijk met ons om en als de strijd volstreden is zal hij aan de steden van zijn rijk verdeelen en ons ieder een zetel geven in zijn rijk. Als wij soldaten zijn gevormd door het Chrisma, gewapend met de strijdmiddelen des geloofs, dan kunnen wij niet achter blijven, dan is het voor ons een schande te blijven staan als de soldaten van Gideon drinkend uit de helmen, maar als de 300 drinken uit de hand[2] dat wil zeggen we zullen van de wereld het noodzakelijke aanvaar[den] maar anders, altijd voor oogen hebben het doel dat wij nastreven en ons haasten in de strijd te komen. We zullen niet dralen want onze lieve heer gaat ook vooruit en als we niet vlug zijn heeft reeds een andere begeerige onzen [3] plaats in de gelederen veroverd en ingenomen dus [wij] moeten ons haasten. Wat een schoon tooneel was het voor Gideon zoveele soldaten aanstonds hem te zien volgen en door niets zich laten afleiden, wat een schoon schouw op U is het voor Jezus U niet te zien wachten tot de tijd tot een kloosterroep nabij is maar U reeds nu als jonge studenten te zien vooruittreden in het gelid om te worden omhangen met de veldteekenen van de vorst, om meedestrijders te worden in deze strijd voor verovering van het rijk der Eucharistie, U reeds nog zoo jong als David te zien gaan tot de koning en te zeggen: God zal mij sterken ik wil strijden met het leger. En al past ons niet de wapenrusting der groote strijders, wij kunnen, kinderen, misschien nog meer doen. David besliste de strijd, een goed woord van een kind, het gebed van een kind, dringt door de wolken. Ik mag U bewonderen. Ik mag U gelukwenschen. Gij hebt U in een vereeniging geplaatst die de voorhoede [4] vormt in de strijd, en dat ge U hebt aangeslo[ten] is daarom nog meer toe te juichen omdat zulk een opneming zooals ik reeds zeide in mij[n] korte conferentie waarin ik sprak van het menschelijk opzicht van de steun die men ontvangt door het vereenigingsleven, in het bijzonder een kenmerk van deze verlichte tijd.

De kinderen dezer wereld.

Gij hebt getoond uw bestemming te begrijpen. Gij waarborg[t] U daardoor nog een tweede voordeel dat van een opvoeding van welke Jezus het middelpunt is. Herhaalde malen op de dag zijt gij hier bij Jezus om hem te zeggen als iets verkeerd was geweest: Goddelijke lieve heer, een oogenblik dreigde ik versl[agen] te zullen worden. Maar ik wil weer dapper strijden. Het H. Tabernakel is U altijd een middelpunt van uw leven, de lessen die daaruit U toekomen spreken voortdurend tot uw hart gesteund door de leeraren. Strijd dan als dappere soldaten.

gew. vestig[en]

Jozef

Patroons, onderbevelhebbers. Marc[us], Michael, Petrus, Paulus woord, Johannes oors[prong]

voor de strijd der menschen – gev[en] uitbreiding – deel in het eeuwig rijk.

 


  1. Manuscript, (NCI OP90.01), 4 pages, undated. Written on top op the page (not by Titus Brandsma): ‘Retraite-oefening’. It seems to be a retreat excercise for a group of young students (perhaps for a group of the Canisius college in Nijmegen that promotes Eucharistic devotion). The handwriting is at some places very difficult to read or illegible, and the paper is at some places harmed.
  2. See: Judg 7:6-7.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022