undated
notes for a talk
MR.
Het Koorgebed
Heerlijkheid van een zangkoor, als wij een kerk binnentreden of er ook maar voorbijgaan. Lokt naar binnen. Verhoogt in niet geringe mate den luister van de godsdienstoefening. Om iemand te eeren aubade of serenade. Ook al verstaan we niet, wat er juist gezongen wordt. Het feit, dat men samenkomt om hulde en lof te zingen, spreekt. Eenieder zingt zijn partij. Elk op zich heeft weinig zin, maar het geheel. Daarvoor komt men samen. Zangers zingen een Latijnsch of Duitsch of Engelsch of Fransch lied. Zij leggen er niettemin hun ziel in. Algemeene deelname aan het feest van den dag en aan de hulde aan God.
Hiertoe is ieder in staat, hiertoe is ieder verplicht. Zonder dat verliest het koorgebed zijn beteekenis. H. Teresia over de noodzakelijke vereeniging van inwendig gebed met het mondgebed. Domine labia mea aperies. Domine in unione divinae intentionis qua Ipse laudes Dei persolvisti has Tibi horas absolvimus. Aperi Domine os meum ad benedicendum nomen S. tuum munda quoque cor meum ab omnibus vanis et perversis cogitationibus, ut digne, attente ac devote … Et exaudiri mereamur. Per Christum Dominum nostrum. Divina Majestas.[2]
Aanbieding, dankzegging, smeeking.
Boven deze algemeene deelname aan het gebed, de meer bijzondere, dat we ons door enkele woorden of zinnen laten leiden. In een zang enkele woorden verstaan, die de stemming onderhouden. Refrein van een lied. Enkele hoofdgedachten. Deze kunnen met den dag wisselen. Nu eens aanbidding, dan weer dankzegging, dan weer vernedering, enz. blijdschap.
Psalm 118 buitengewoon rijk in dit opzicht.
Derde is, de meest volmaakte, wanneer met de andere twee verbonden, de minst volmaakte, wanneer ze op zichzelve zou staan nl. de woorden alle zooveel mogelijk juist uitspreken en tot hun recht doen komen en ze zoo goed mogelijk verstaan, als gebed. Zonder dat begrip niet zinloos, maar met dat begrip een machtig middel tot vereeniging met God.
Groote waarde van het koorgebed. Op geregelde tijden God loven. Er een vaste dagtaak van maken. Niet in een verloren halfuurtje. Het voornaamste van den dag is het uur met God. Omstandigheden veroorloven dat niet altijd. God om God verlaten. Droevig, hoe men er zich aan onttrekt. Als er een hulde moet gebracht worden aan iemand in de wereld, die receptie houdt, dan stelt men er prijs op, er bij te zijn. Men zegt, deze of die ontbrak en verwondert er zich over, ziet er een aanwijzing van gebrek aan vereering in.
Sacrosanctae[3] enz. nederig bidden.
- Typescript (NCI OP 89.57), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932). ↑
- Sentences from the Prayer before the Divine Office. ↑
- Prayer after the Divine Office. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2024