Vergoddelijking

1938

Encyclopedic entry

 

Vergoddelijking

[1]


Vergoddelijking, 1⁰ in de mystiek synoniem met de innigste vereeniging met God, a.h.w. transformatie in God, ook Theosis genoemd. De term heeft soms aanleiding gegeven tot misverstand, opgevat als een terugkeer in God, uit wien de ziel langs den weg der emanatie zou zijn uitgevloeid. Ruusbroec gebruikt zelfs de termen uitvloeien en weder invloeien in de Godheid. Ook Eckehart is zeer sterk in zijn uitdrukkingen, die dan ook als uitingen van pantheïsme zijn verstaan en veroordeeld. De bedoeling in de Katholieke mystiek is echter, dat de ziel zich innig bewust wordt, dat God, die haar wezen instandhoudt, in het diepste daarvan woont, in haar werkt en leeft en dat zij zich met God moet vereenigen om te zijn, wat God wil, dat zij is. Door zijn genade is God nog inniger het medebeginsel van al haar handelingen. Het bewustzijn van deze inwoning Gods, deze aanschouwing van God in zichzelve als haar grond en tegelijk als haar Bruidegom zoo innig mogelijk met haar vereenigd, zoo, dat zij slechts één wil, één leven hebben, en zoo, dat ook God de ziel in die vereeniging gebonden houdt, wordt in figuurlijken zin v. genoemd, maar is en blijft een innige vereeniging van God en mensch met volledig behoud van eigen bestaan en wezen en van den oneindigen afstand, welke er tusschen schepsel en Schepper bestaat.

Brandsma.

 


  1. Published in: De Katholieke Encyclopaedie, Vol. XXIII., c. 344. The NCI preserves the typescript.


© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2019