1932
Notes of a sermon
Bij de plechtige Inkleeding en Professie in de Derde Orde van Carmel
Nijmegen 19 mei 1932.[1]
Et erant unanimiter perseverantes in oratione cum Maria Matre Jesu. Handelingen der Apostelen.[2]
In de Pinksterweek vereenigd voor Inkleeding en Professie, gaan we onwillekeurig terug naar de Apostelen en Maria in de Opperzaal. Beeld van de vereeniging in de Derde Orde. Geen ander doel, dan U onder de bescherming en zegen van Maria inniger met Onzen Lieven Heer te vereenigen en van Hem een rijken zegen van genaden te ontvangen. Gij bemint God en wilt Hem aanhangen. In vereeniging is de mensch sterker. Frater qui adjuvatur a fratre. Waar twee of drie in mijnen Naam vergaderd zijn, ben ik in hun midden.
Aansluiting en verbinding om te volharden. Gaven van God noodig. Maria onze Moeder. Maria de Moeder van Carmel. Lieve-Vrouwebroeders. Simon Stock ontving in het kleed der Orde een onderpand van heil en zegening. Wij scharen ons evenals de Apostelen rondom de Moeder des Heeren.
Ad Jesum per Mariam. Gelijkvormig met haar beteekent gelijkvormig met Jezus. Voorbeeld zooveel Heiligen der Orde. H. Teresia legde de sleutels van haar huis in Maria’s handen, plaatste haar beeltenis op de plaats der Priorin. Generaal de Sonis legde zijn degen op het altaar van Maria. Zoo willen ook wij ons leven laten besturen door Maria. De Koningin der Mei zal voor ons een zomersch leven inleiden, waarin wij de bloemen van deugd op ons levenspad hopen te zien ontluiken. De zon der genade moet over ons opgaan. Het vuur en de gloed der warmte van den H. Geest moet ons doorstralen en doortintelen, opdat wij vol geestdrift gedreven worden door de liefde tot God.
De zevenvoudige gave van den H. Geest zal ook ons deel zijn. Wijsheid en verstand om het goddelijke en eeuwige te verstaan en te genieten, te smaken en te proeven. Raad en sterkte om in de moeilijkheden des levens door God geleid en gesterkt vol moed en edelmoedigheid te blijven streven naar den Hemel. Wetenschap en godsvrucht om de wetten Gods te kennen en in beoefening te brengen vol erkenning onzer afhankelijkheid en dienstbaarheid, vol eerbied en ontzag voor de hoogheid en verhevenheid Gods. Vreeze des Heeren om onze zwakheid te kennen en de broosheid van het vat, waarin wij de gave Gods ronddragen.
Nu wij ons stellen onder Maria’s bescherming, haar bijzondere kinderen willen zijn en beloven te wezen, zal de H. Geest over ons komen. Wij zullen nieuwe talen spreken.
Gelukwensch. Bede tot Maria. Onderpand van Gods zegen.
© Nederlandse Provincie Karmelieten.
Published: Titus Brandsma Instituut 2022