Boete. Vasten

undated

notes for a talk

 

[1]

Boete. Vasten. Wij leven in een staat van boetvaardigheid.

Ordeskleed. Woning. Klooster anders dan een gewoon huis.

Ons iets ontzeggen. Wij zeggen veel vaarwel, dat het lichaam zou kunnen streelen.

Om die gezindheid in ons te bewaren, noodig werken van onthouding te blijven doen.

Wij hebben Christus van nabij willen volgen.

Gelijkvormigheid met Christus, die geen steen had om zijn hoofd op te laten rusten, die van alles had afgezien en van aalmoezen in gemeenschap leefde. Afhankelijk van Judas.

Voor zijn openbaar leven 40 dagen vasten om zich te trainen voor het apostolaat, waarin men buiten iets moet kunnen, dat aangenaam zou zijn. Belachelijk, hoe sommigen bij hun werk in de zielzorg er vaak op uit zijn, alle ongemak te vermijden, uit een zekere gemakzucht vaak heel nuttig werk achterlaten. Men moet zich een beetje harden om in een koude kerk uren lang biecht te kunnen hooren, lang nuchter te kunnen blijven, enz.

Aansluiting aan Christus.

Boete en eerherstel.

Teresia, Joannes van het Kruis, Maria Magdalena de Pazzi, Voorbeelden, die prijs stelden op het onderhouden van een sober leven. Prior moet vasten.

op tijd naar bed.

 


  1. Typescript (NCI OP 89.31), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932).

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024