De Friese Almanak

Dutch translation of De Fryske Almenak

by Jan K.H. van der Meer

 

De Friese Almanak

[1]

Het stond al lange tijd te gebeuren, maar nu is het toch zo ver.

Rooms Friesland heeft zijn eigen Almanak.

En het ding ziet er niet onooglijk uit, nee, het is beslist een aardig handzaam boekje.

Het begint zoals iedere almanak beginnen moet met een kalender, maar met een die praktisch is. Er staat bij welke zondag het is, welke heilige gevierd wordt elke dag en de Friese en die van de Lage Landen zijn niet vergeten; dan staat daarbij het opgaan en ondergaan van zon en maan, een prima en gemakkelijk ding; en zo meer. Heeft het boekje op die manier een goed begin, het heeft ook een mooi einde.

Achterin staan van alle parochies opgegeven de pastoor, het kerkbestuur, het armbestuur, de verenigingen met voorzitter, secretaris en penningmeester, het aantal katholieken en communicanten en zo verder. Het komt ons wel voor dat in de opgaven enkele fouten zijn blijven zitten, al is de lijst op het laatst nog weer bewerkt, maar dat kan ook haast niet anders en vooral een eerste keer is dat [niet] erg. Die ervoor meewerken moesten, die doen het daarom niet altijd. Maar heeft het boekje, zoals ik zeg, een goed begin en een goed einde, wij moeten ook eens middenin kijken. Bij een vis zit daar het beste, al lusten enkelen de kop heel graag. Het is met onze Friese Almanak zo dat men daar ook wel het liefst het middenstuk van zal hebben. Die opgaven van heiligen, van zon en maan zijn heel mooi, maar ook erg droog en hetzelfde kan men zeggen van de namen en de cijfers aan het einde, maar in het midden hebben wij stukjes rijm en onrijm van onze verschillende roomse schrijvers die men haast wel had kunnen raden, stond de naam er [niet] vet onder.

Het spreekt vanzelf dat ik over het kleine stukje dat ik zelf voor de Almanak schreef, hier niets heb te zeggen, maar ook over de andere schrijvers en hun stukjes wil ik niet veel spreken. Het is de eerste keer dat het Roomsk Frysk Boun zijn Almanak uitbrengt en veel schrijvers heeft de bond nog niet. Maar men ziet toch dat er beweging komt, dat zo zoetjesaan de pen voor een Fries stukje wordt opgenomen door lieden die dat eerder niet deden. Er is op die manier verscheidenheid genoeg in het boekje. Er staat voor ieder wat in. Het is allemaal geen scherts maar het is ook niet alleen maar ernst. De kinderen zullen er ook stukjes in vinden naar hun smaak.

De prijs kan nooit[2] beletten tot het kopen van deze Almanak. Tien stuivers is toch niet te veel voor zovele bladzijden drukwerk in een net omslagje geplakt.

Ons Noorden, het roomse blad van de roomse Friezen, heeft Friesland deze eerste Friese Almanak gebracht. Het zal er niet mee blijven zitten. Niet alleen de leden van het Roomsk Frysk Boun, maar een hoop andere Friezen willen dit boekje hebben.

De redactie van Ons Noorden en de secretaris van het Roomsk Frysk Boun hebben niet zo meteen tevoorschijn willen komen om hun eigen uitgave aan te prijzen, maar beiden mogen nu met voldoening komen met de mededeling dat de Almanak door de andere kranten met woorden van waardering en lof besproken werd. Dat zegt ons dat het boekje in de smaak gevallen is en verder ook wel zal doen.

Is hier en daar wat te verbeteren, een volgend jaar hopen wij het weer vollediger te doen. Maar men ziet in dit boekje, vooral als men de laatste bladzijden doorkijkt maar ook in het boekje zelf, dat het roomse geloof in Friesland leeft, niet alleen in het huisgezin en in de kerken maar in het hele openbare leven van de roomse Friezen.

Een hoop advertenties geven aan het boekje ook nog een fleurig aanzien. We zouden willen dat zij die de Almanak kopen heel goed op die advertenties acht slaan. De lieden die daar hun zaken bekend maken zijn lieden die wat voelen voor het oude Friese Friesland. De lezers moeten zich één voel met zulke zakenmensen. Zo bindt de Almanak alle echte Friezen met nieuwe banden aan elkander en aan het Friese land.

 

Oss.

Dr. Titus Brandsma O.Carm.

 


  1. Gepubliceerd in: Ons Noorden, 11 dec. 1920, p 5.
  2. Wellicht is het woord ‘nimmer’ (nooit) een typfout en zou hier ‘nimmen’ (niemand) moeten staan.

 

Translation: Jan K.H. van der Meer

Published: Titus Brandsma Instituut 2023