1938
Article
De H. Petrus Thomas
Een kruisridder in monnikspij, met als wapen het Ave Maria op de lippen en in het hart geschreven, tegelijk een vredesapostel, door de Pausen naar vorsten en volken gezonden om hen met elkander en met den H. Stoel te verzoenen – een geleerde en een heilige. Hij werd waarschijnlijk in 1306 in alle armoede in een dorpje in het Zuiden van Frankrijk, Lebreil genoemd, geboren. Reeds bij zijn studie mocht hij, op zijn gebed tot Maria, de wondere tusschenkomst van de goddelijke Voorzienigheid ondervinden. Ingetreden in den Carmel van Condom in Zuid-Frankrijk, voltooide hij zijn studiën als doctor in de Godgeleerdheid te Parijs. Hij was een uitmuntend redenaar, naar wien men in grooten getale kwam luisteren , zoodat de kerken te klein waren en hij vaak moest spreken in de open lucht. Hij had de merkwaardige gewoonte – bij zijn bijzonder redenaarstalent geen gevaar – steeds zijn woorden met humor te kruiden en aldus lachend de waarheid te prediken. Onaanzienlijk van uiterlijk, won hij aller harten door zijn rijke gaven. Hij was een man van gebed. Was de dag bezet, dan wijdde hij er uren aan in den nacht en niet zelden voerde het hem op tot extasen en visioenen. Gekozen tot Procurator Generaal der Orde bij het Pauselijk Hof te Avignon, mocht hij eens, gedrukt door de moeilijkheden, waaraan de Orde blootstond, biddend tot Maria om hulp en bescherming, in een visioen op het Pinksterfeest van 1351 van de H. Maagd de verzekering ontvangen, dat hij op haar bescherming jegens de Orde harer Broeders vertrouwen mocht en deze tot het einde der tijden zou voortbestaan. Meer dan eens werd hij door den Paus belast met zendingen om den vrede te herstellen, waar die verstoord was. Zoo ging hij als Pauselijk gezant naar Venetië, naar Genua, naar Napels, later voor een uiterst moeilijke zending naar Servië en Hongarije. Al zijn zendingen werden met wonderbaar succes bekroond. Bij de stichting van de Theologische Faculteit aan de oude beroemde Rechtshoogeschool van Bologna in 1362 zien wij hem onder de eerste Hoogleeraren. In 1364 werd hij door den Paus met de bisschoppelijke waardigheid bekleed, kort daarna tot Patriarch van Constantinopel verheven en benoemd tot Pauselijk Legaat in het Oosten als leider van een kruistocht tegen de Turken. Bij het beleg van Alexandrië als door een wonder ongedeerd gebleven, werd hij op den terugweg op Cyprus door een koude bevangen en stierf hij te Famagusta op Drie-Koningendag. Zijn graf werd er lang in hooge eere gehouden en men vereerde er hem als Patroon tegen de pest. Zijn feest wordt gevierd op 16 Januari.
- ↑ Published in: Carmelrozen, Vol. XXVI, Jan. 1938, p. 212.
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2022