1919
Article
De Z. Angelus Augustinus Mazzinghi
Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm. Oss.[1]
Uit een rozentuin, symbool van den nieuwen opbloei zijner Orde, treedt hij ons tegen als de prediker van Christus en Dien gekruist.
Dit is de hoofdgedachte der voorstelling.
Wij zien hem gaarne te midden der rozen.
Florence, de stad der bloemen, droeg zijn wieg, zag hem den lusthof van Carmel betreden en er de leliën planten van zijn deugd. Het plukte de bloemen zijner welsprekendheid en siert nog met guirlandes van rozen zijn graf.
Ver had het Groote Westersche Schisma de kloosterorden, ook die van Carmel, van haar eerste instelling doen afwijken. Wel was de oude Orde weer vereenigd onder het beleidvol bestuur van Joannes Grossi, die meer dan dertig jaren als Generaal vruchtbaar werkte tot herleving van haar luister, maar niet overal vond zijn stem weerklank als in het nederig kloostertje in de “Selve”, de bosschen van Florence.
Hier peinsden twee vrome lectoren, P. Jacobus Albertus en P. Angelus Augustinus op middelen om de verloren tucht weer te herstellen. Het eigen voorbeeld was hun eerste grondslag. Hun voorbeeld begeesterde hun klooster en in 1413 namen zij een strenge observantie aan, eenige jaren later te Sion in Zwitserland gevolgd door P. Thomas Connecte en in 1417 te Mantua door P. Thomas de Francia. Op den ouden stam was een nieuwe loot gegroeid, bekend onder den naam van Congregatie van Mantua, eerst in 1783 door Paus Pius VI weder met de oude Orde tot één observantie vereenigd. Het is een der schoonste ranken, die aan den Wijnstok van Carmel ontsproten.
Niet slechts zijn eigen hervormd klooster, ook de oude Observantie onderging den gezegenden invloed van Mazzinghi’s heilig streven. Meermalen riep de gehoorzaamheid den vromen welsprekenden priester tot het bestuur van het klooster en der Provincie van Florence. “Een man van wijs beleid en heilig leven”, was het getuigenis, dat men hier openlijk van hem gaf. Zoo welsprekend was zijn woord, dat een oude beeltenis des kloosters hem voorstelt, terwijl zijn mond niets dan leliën en rozen ademt.
In 1438 stierf hij, door Maria zelve ten Hemel geroepen. Paus Clemens XIII keurde zijn openlijke vereering goed en stelde zijn feestdag op den 13 Augustus.
- ↑ Published in: Carmelrozen, Vol. VIII, October 1919, p. 135.
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2022