1920
Article
De Z. Joanna Scopelli
Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm., Oss.[1]
Zij was in waarheid een bruid des Heeren. Reeds in haar prilste jeugd verpandde zij Hem haar hart. Zij stelde in zijn Voorzienigheid ook al haar vertrouwen.
Hoewel vast besloten geen anderen bruidegom aan te hangen, voldeed zij aan het verlangen harer vrome ouders en bleef in het ouderlijk huis, totdat de Voorzienigheid haar den weg naar het klooster zou effenen. Haar godsvrucht tot Maria deed haar echter reeds in de wereld het kleed der Carmelietenorde aannemen en in het huis haars vaders beoefende zij de armoede en vastte zij met dezelfde gestrengheid, als de regel van de orde van Carmel voorschrijft.
Zij is op die wijze een voorbeeld geworden voor allen, die als Derde-Ordeling het kleed van de Orde in de wereld dragen.
God wilde echter dit bloempje van Carmels lusthof een vruchtbaarder en zonniger plekje schenken.
Joanna’s ouders stierven en nu, door niets weerhouden, beproefde zij in haar geboorteplaats Reggio in het hertogdom Mantua een klooster te stichten. Zij slaagde, doch eerst na 4 jaren van beproeving. Het droeg den naam S. Maria del Popolo als om aan te duiden, dat hier het volk bijzonder gaarne samenkwam om met de vrome zusters Maria te eeren.
Joanna werd door haar gezellinnen tot Priorin gekozen. Zij was aller voorbeeld. Minstens vijf uren wijdde zij dagelijks aan het gebed. Het strenge vasten bleef in het klooster de geliefkoosde boetedoening voor de reine Maagd. Van Kruisverheffing (14 Sept.) tot Paschen, gedurende welken tijd de Regel der Carmelieten het vasten voorschrijft, leefde zij op water en brood.
9 Juli 1491 – zij was toen 63 jaar oud – stierf zij te Reggio te midden harer zusters in geur van heiligheid. Voor haar dood wekte zij de zusters nog op tot onderlinge liefde, stipte onderhouding van den Regel en godsvrucht tot Maria, wier kleed zij mochten dragen. Reeds aanstonds vereerde men haar als zalige. Paus Clemens XIV bekrachtigde in 1771 die vereering. De Orde viert haar feest op den 11 Juli.
- ↑ Published in: Carmelrozen, Vol. IX, Oct. 1920, p. 133.
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2022