De Zalige Martelaressen van Compiegne

1922

Article

 

De Zalige Martelaressen van Compiegne

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord Carm. Oss.[1]

 

Als een nieuwe Moeder der Machabeeën staat de Z. Teresia te midden harer kinderen. Een voor een zal zij de bloemen uit den Lusthof van Carmel, aan hare moederzorgen toevertrouwd, zien wegrukken om ze na korten tijd na eigen heldhaftigen dood op het schavot weer te vinden in den tuin des Hemels.

Zestien weerlooze Carmelitessen uit het klooster van Compiegne bij Parijs werden een gevaar geacht voor den Franschen staat, door de Fransche Revolutie, naar men voorgaf, op hechter grondslag opgebouwd. In Juni 1794 naar Parijs gevoerd, in akelige gevangenissen aan allerlei bespotting en ontbering prijsgegeven, werden zij zonder vorm van proces, zonder getuigen of verdedigers ter dood veroordeeld, met de handen op den rug op karren geworpen en naar het schavot geleid. Haar eenige misdaad was, volgens het vonnis van den onbevoegden rechter, dat zij kloosterlingen waren, die bovendien het H. Hart van Jezus godsdienstig vereerden. Dat vonnis was haar vreugde en troost, wijl het haar stempelde tot Martelaressen voor het H. Geloof. Die blijdschap weerspiegelde zich op haar gelaat, weerklonk in het “Te Deum”, dat zij na een gebed om Gods barmhartigheid aanhieven, als was een feestdag aangebroken. Op de plaats der marteling aangekomen, knielden zij neer en zongen het “Veni Creator”, vernieuwden haar geloften en beleden haar geloof. Het laatst van allen viel de onversaagde Priorin. Tot het laatst moedigde zij haar medezusters aan. De spot der menigte verstomde bij zooveel heldenmoed.

Over heel Frankrijk ging de faam van haar terechtstelling.

Grooter slag dan ooit haar leven aan het revolutionair bestuur had kunnen toebrengen, brachten zij het toe door haar heldhaftig sterven.

Verborgen in het kleine klooster van Compiegne, waren zij voor de wereld dood, op het schavot onthoofd, herleefden zij voor heel de wereld, die tot ver buiten de grenzen van Frankrijk bewondering voor haar uitsprak.

Haar feest wordt gevierd op 24 Juli.

 


  1. Published in: Carmelrozen Vol. XI, July 1922, p. 57.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022