1932
Article
Een Katholieke Encyclopaedie. Haar algemeene opzet
Geen enkel terrein onbetreden
Klinkende namen
Laat mij, als vice-voorzitter van den Noord-Nederlandschen Redactieraad, iets mogen vertellen van de Katholieke Encyclopaedie en haar algemeenen opzet.
In een Encyclopaedie moeten de Nederlandsche – wil men de Groot-Nederlandsche – Katholieken een korte omschrijving, verklaring, uiteenzetting vinden over alle mogelijke onderwerpen, welke in den omgang met elkander aan de orde komen en een voorwerp van bespreking uitmaken.
Men kan daarbij geen enkel terrein van wetenschap onbetreden laten. Op allerlei gebied moet de Encyclopaedie een wegwijzer zijn; even goed moet zij inlichten over een plant- of diersoort, over een delfstof of scheikundige verbinding, over sterren en planeten als over een feit uit de geschiedenis, een gebod uit de zedenleer, een punt van geloof, een maatschappelijk verschijnsel, een wet, een rechtsbeginsel, een vorm van sport, een ziekte … laat ik maar ophouden dingen te noemen: de reeks heeft geen einde.
Om daarover in te lichten, moeten die mannen en vrouwen het woord hebben, die op de onderscheiden gebieden van het menschelijk weten een leidende positie hebben verkregen en in staat zijn de noodige en gewenschte voorlichting te geven.
Het eerste werk van organisatie om te komen tot de uitgave van een Katholieke Encyclopaedie, moest dus zijn, heel dat uitgestrekte gebied in een nog vrij groot aantal hoofdgebieden te verdeelen en voor ieder gebied een leider te vinden.
Er werd een Raad van Redactie gevormd, die tot eerste taak had de eigenlijke Redactie in elkander te zetten, voor de verschillende hoofdrubrieken de rubrieksredacteuren te vragen, die met elkander ten slotte de eigenlijke Redactie zouden moeten vormen.
Het is een verheugend feit, dat een zoo groot aantal van de meest vooraanstaande geleerden en intellectueelen van Katholiek Nederland en Vlaanderen zich op de eerste uitnoodiging heelerharte bereid verklaarde mede te werken.
Nadat aldus de Raad van Redactie een korten tijd de leiding had in de organisatie der uitgave en voor de samenstelling van de eigenlijke redactie, kan hij, nu dit groote werk volbracht is, eenigszins op den achtergrond treden en de eerste plaats later aan de gekozen redacteuren.
Toch blijft de Redactieraad bestaan, maar eigenlijk nu meer in dienst van de Redactie dan als haar leiding. Hij is voor de verdere ontwikkeling het centrale orgaan, dat de verbinding tusschen de onderscheiden leden der redactie tot stand brengt en onderhoudt, toezicht houdt op den algemeenen gang van de uitgave.
Naast den Noord-Nederlandschen heeft zich ook een Zuid-Nederlandsche Redactieraad gevormd.
In Noord-Nederland hebben zeven hoogleeraren van de Nijmeegsche R.K. Universiteit zich tot een Redactieraad vereenigd; in het Zuiden zijn het eenige professoren, deels van Leuven, deels van de Vlaamsche Hoogeschool te Gent, die den Zuid-Nederlandschen Raad van Redactie vormen[2].
Het aantal rubrieksredacteuren en medewerkers, van hen dus, die de Encyclopaedie zullen schrijven, gaat de vierhonderd voorbij. Om een vluchtig beeld te geven van de veelzijdigheid der redactie, noem ik hier voor de vuist weg eenige namen van Noord-Nederlandsche leden met de vakken, door hen in de Redactie vertegenwoordigd: mevrouw Steenhoff-Smulders en mej. Haye voor de vrouwenrubriek; mr. Wintermans en ir. Dols voor Land-, Tuinbouw en Veeteelt; ‘meester’ Bernink voor Plant- en Dierkunde; prof. Van Rooy en prof. Barge voor Geneeskunde; oud-minister Bongaerts voor Techniek en generaal Van Munnikrede voor Krijgskunde; dr. Van Liempt, dr. v.d. Beek en dr. Hoogeveen voor Scheikunde en Chemische Techniek; prof. Van der Corput voor Wiskunde; de directeur van de Vaticaansche Sterrenwacht dr. J. Stein S.J. voor Sterrenkunde; prof. Smijers voor Muziek; Willem Nieuwenhuis en pater Knipping voor Beeldende Kunsten; prof. Pompen voor Moderne Literaturen; prof. Slijpen en dr. Davids voor Klassieken; Anton van Duinkerken en dr. Moller voor Nederlandsche Letteren; prof. Van Ginneken voor Taalkunde; prof. Berg voor Indië; H. van Velthoven drs. en prof. Besselaar voor Aardrijkskunde; dr. Jongmans voor Geologie; dr. Gorris voor Geschiedenis; dr. Cobbenhagen voor Economie; prof. Weve voor Sociologie; prof. Kaag voor Geldwezen en Handelspolitiek; prof. Veraart voor Sociale wetgeving en Economie; dr. Van Ketel voor Bedrijfsleer; mr. Witteman, mr. Stoop, prof. Hermesdorf en prof. Kleintjes voor Rechtswetenschap; prof. Ferd. Sassen voor Wijsbegeerte; prof. Rutten voor Experimenteele Psychologie; dr. Lamers voor Opvoeding en Onderwijs; R. de Grood voor Sport en Spel; prof. Kreling, prof. Franses, prof. Brandsma, prof. Féron, prof. Mets, prof. Mulders, prof. Teulings en prof. Verhaar voor Godsdienst; pater Jurgens voor Illustratie; L. Weterings voor Journalistiek en Zuster dr. Hildegarde v.d. Wijnpersse voor algemeene termen.
Even klinkende namen zijn voor Vlaanderen te noemen. Ook daar ministers, professoren, letterkundigen van naam.
Namen, die men wellicht onder de redactie zou moeten of wenschen, vindt men niet ontbrekend, maar vaak opgenomen in de lange lijst van medewerkers. Ik noem hier bijv. voor Noord-Nederland de namen van prof. Keesom, prof. Gelissen, prof. Steger, prof. Berger, prof. Schrijnen, prof. Russel, prof. Pompe, mej. dr. Hol.
De eerste noodzakelijke werkzaamheden zijn waarlijk met groot succes bekroond en waarborgen het succes van een Katholieke Encyclopaedie, waarmee een nieuw bewijs is gegeven van de geestdrift, die in de ‘kille’ lage landen voor de eigen katholieke cultuur leeft.
Wij werpen geen blaam op andere encyclopaedische werken in ons vaderland verschenen of in voorbereiding, wij willen ons zelfs van kritiek onthouden; wij zijn dankbaar voor de vele pogingen, welke men van meer dan een zijde heeft aangewend om aan de verlangens, de eischen van de katholieken in Nederland tegemoet te komen.
Maar ook hier geldt: dankbaar maar niet voldaan.
Aanpassing van een neutralen opzet aan onze katholieke wenschen, het wegwerken van hetgeen ons daarin stooten kan of grieven zou, is bij den huidigen stand onzer ontwikkeling zoo zachtjes-aan een overwonnen standpunt, waarmede we moeilijk meer vrede kunnen hebben, nu wij ons in staat gevoelen niet slechts om een eigen Katholieke Encyclopaedie samen te stellen, maar die ook onder onze katholieken geplaatst te krijgen.
Niemand zal het ons kwalijk nemen, dat wij in dit geval het betere kiezen en een universeelen, maar geheel op katholieken grondslag opgebouwden en volgens onze eigen inzichten geredigeerden en wetenschappelijk zoo streng mogelijk verantwoorden wegwijzer de voorkeur geven.
De eerste stappen waren ook hier de zwaarste, het lange werk van voorbereiding kan binnenkort worden afgesloten. De trefwoorden, waaronder een artikel wordt toegezegd en voorbereid, ongeveer 200.000 in getal, worden reeds gerangschikt en gecontroleerd. Geleidelijk wordt dan letter voor letter afgewerkt. Straks ligt het eerste deel voor ons, en de andere drie en twintig zullen met bekwamen spoed volgen.
Wij zijn er van overtuigd, en nu reeds wordt onze overtuiging niet beschaamd gemaakt, dat de katholieken van Nederland en België dezen cultureelen arbeid zullen waardeeren, en daarvan het belang ten volle zullen beseffen.
In dat vertrouwen gaan wij dan ook rustig en naarstig verder onder de spreuk van onze eigen katholieke universiteit: In Dei nomine feliciter: met voorspoed in den naam des Heeren.
Prof. dr. Titus Brandsma O.Carm.
- Published as part of an article on the project in: Nieuwe Haarlemsche courant, 4 June 1932, p. 16. ↑
- [TB] De Noord-Nederlandsche Redactieraad wordt gevormd door prof. dr. Ferd. Sassen, voorzitter; prof. dr. T. Brandsma O.C., vicevoorzitter; prof. dr. D. Franses, O.F.M.; prof. mr. B. Hermesdorf, prof. dr. G. Kreling O.P., prof. dr. Th. Rutten, prof. dr. A. Slijpen S.J.
De Zuid-Nederlandsche Redactieraad bestaat uit: Kan. prof. dr. A. Boon te Leuven, voorzitter; minister prof. dr. E. van Dievoet te Leuven, prof. dr. R. Goubau te Gent, prof. dr. C. Heymans te Gent, prof. dr. Jules Persijn te Gent, prof. J. Salsmans S.J. te Leuven, prof. dr. Paul Sobry te Leuven, die verbindingslid is van beide Redactieraden. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2023