Gebedenboek

1935

Encyclopedic entry

 

Gebedenboek

[1]


Hoewel het gebed is een verkeer van de ziel met God en op de eerste plaats bestaat in een innerlijke verheffing van den geest tot Hem, heeft de mensch toch behoefte aan woorden (→ Gebed). Vandaar heeft naast het inwendig gebed steeds het mondgebed bestaan. En dit groeide noodzakelijk uit tot een reeks formulieren, die ten deele een officieel liturgisch karakter kregen, ten deele vrije vormen [421] van bidden bleven, soms tusschen beide in stonden als vrije uitdrukking van een in den grond liturgisch gebed, zooals vele Getijden in de M.E. Zoo onderscheidt men:

1⁰ Liturgische g., waarin de officieele gebeden van den eeredienst der Kerk zijn opgenomen. De gewone uitgaven daarvan, als het Missale, het Breviarium, het Pontificale, noemt men in den regel niet g., wel echter de daarnaar uitgegeven kleinere volksuitgaven om deze in de kerk te kunnen volgen. Zij zijn slechts strikt liturgisch te noemen, indien ze geheel met de officieele uitgave overeenkomen. Anders dragen zij den naam zonder het volkomen te zijn. Dit geldt bijv. van vertalingen. In de Anglicaansche Kerk is de naam van de officieele uitgave der erkende en in de liturgie gebruikte gebeden: The → Book of Common Prayer, in den volksmond Prayer-book. In de M.E. waren zeer vele van dgl. liturg. g. in gebruik. In onze dagen is het gebruik, van missalen en vesperalen vooral, in hooge mate toegenomen en verschijnen er vele liturg. of quasi-liturg. g. In de M.E. waren deze g., vooral om de miniaturen, waarmede ze waren verlucht, van hooge waarde. Men bewaart nog vele “Horae” of → Getijdenboeken in vsch. bibliotheken. Tot deze quasi-liturg. g. kan men ook rekenen, al is het gebruik hieromtrent verschillend (→ Liturgie), allerlei min of meer officieele handleidingen voor vergaderingen van een Derde Orde, een congregatie, een broederschap, waarin echter zeer dikwijls liturg. met niet-liturg. gebeden zijn vermengd. Ook verzamelingen van officieele gezangen en dezer vertalingen vallen hier in dezen zin onder. Men rekent hiertoe soms ook, hoewel minder juist, aflaatgebeden.

2⁰ Niet-liturgische g. De Kath. Kerk met hare vele vormen en oefeningen van godsvrucht en haar rijk godsdienstig volksleven kent vele g., welke een uiting zijn van vrije godsvrucht. In den beginne nog sterk vermengd met liturg. gebeden, zooals het in deze streken na de uitvinding der boekdrukkunst meest verspreide g., de Hortulus animae (eerste uitg. waarsch. 1498, meer uitgebreid te Lyon in 1504), werd het aantal vrije gebeden hoe langer hoe grooter. Een zeer mooi oud Vlaamsch g. werd uitgegeven door Floris Prims in Antwerpen. Zijn Hortulus was zoo populair, dat bij de Hervorming een Prot. uitgave daarvan noodig werd geoordeeld en ook in vele oplagen verscheen. In Engeland droegen deze g. den naam van Primer en waren zij over het alg. meer met liturg. elementen voorzien dan in onze streken. Hier hield ook het gebruik van het Latijn in deze g. langer stand: tot ver in de 16e eeuw.

De vrije godsvrucht nam in den loop der jaren vormen aan, welke te ver gingen. Overdreven en ongezonde gebedsformulieren ontstonden, vaak door phantastische aflaten aanbevelenswaardig gemaakt. Hiertegen kwam vooral het concilie van Trente op, dat een geheele vernieuwing en versobering bracht, ook aan het Latijn weer meer beteekenis gaf.

Toch bleven de g. in de volkstaal bestaan. De H. Petrus Canisius was ook op dit gebied werkzaam. Bij zijn kleinen catechismus gaf hij een verzameling gebeden uit, voor studenten in 1556 zijn Lectiones et precationes ecclesiasticae, in 1587 zijn Manuale Catholicorum. Veel verspreiding vond ook het Precationum piarum Enchiridion in 1565, ten deele aan Lindanus ontleend, door een priester van Mechelen Simon Verepaeus uitgegeven. In de 17e eeuw werden de Paradisus animae van Merlo Horstius en het Coeleste Palmetum van Wilhelmus Nakatenus S.J. de alg. verspreide kerkboeken. [422] Het laatste werd tot in het laatst van de 19e eeuw in Ned. veelvuldig gebruikt. Het populaire g. van Frankrijk was de Paroissien, waarin het liturg. element iets sterker was. Voor Eng. gaf Richard Verstegen in Antwerpen in 1559 een verbeterde uitgave uit van de oude “Primer” met veel liturg. gebeden. Het handhaafde zich meer dan twee eeuwen. Wellicht is het andere daarnaast gebruikte Manual of devout Prayers and Exercises ook een uitgave van Verstegen in 1583 reeds. Omstreeks het midden der 18e eeuw kreeg The Garden of the Soul van biss. Challoner een zeer groote verspreiding. Het wordt nog steeds gebruikt, al onderging het bij de opeenvolgende uitgaven groote veranderingen. In Ned. is de laatste vijftig jaar het Gulden Wierooksvat met de daaruit afgeleide uitgaven door deken Eppink buitengewoon populair.

Naast deze meer alg. g. ontstonden ook tal van g. voor bijz. godsvruchten of voor bepaalde gelegenheden. Men kreeg afzonderlijke boeken of boekjes met biechtgebeden, vooral in de 17e eeuw; met communiegebeden, vooral in den laatsten tijd; met de gebeden voor den kruisweg; ter voorbereiding tot den dood (de oude “Ars moriendi”); gebeden voor Aanbidding of Lof, pelgrimsboekjes, oefeningen voor de Meimaand, voor de Octobermaand, voor de Geloovige Zielen, g. voor kinderen, voor studenten, voor mannen enz. Allerlei godsvruchten gaven aanleiding tot nieuwe g. ter vereering van den H. Antonius, de H. Teresia van het Kindje Jesus enz.

Het groote aantal en de verscheidenheid van al deze g. leidde bij het bezoek in de kerk en het bijwonen van de H. Mis vaak de aandacht van het voornaamste af, zoodat daartegen een reactie ontstond en sinds het begin dezer eeuw een gezonde godsvrucht tot het liturg. gebed groeiende is.

3⁰ Meditatieboeken, leidraad bij de overweging. Hoewel in den strikten zin geen g. worden zij daartoe toch vaak en niet zonder grond gerekend, omdat zij het inwendige gebed leiden.

Men zou hier nog weder onderscheid kunnen maken tusschen boeken, die geheel als leidraad bij de overweging zijn opgezet, zooals bijv. het veel gebruikte Handboek van Vercruysse met overwegingen voor elken dag van het jaar, en boeken , die dit karakter niet zoo uitgesproken dragen als vele “overwegingen” voor de H. Communie, voor de Meimaand, voor den kruisweg enz. In een catalogus van boeken vinden deze een plaats onder de g. en onder het volk hebben zij dezen naam. Toch is het een geheel bijz. type en niet het slechtste, integendeel.

Zoo is er de rijke verscheidenheid, vooral in Ned. met zijn opgewekt bloeiend devotieleven. Er is zeker eenige voorzichtigheid geboden in de aanbeveling van allerlei g. Er zijn er, die teekenen van inzinking en ontaarding vertoonen, te zeer aangepast aan een vaak niet juist ontwikkelden volksgeest. Dit is misschien nog meer in de geestelijke liederen en volkszangen het geval dan met de eigenlijke gebeden; de gedachte aan het wezen van het gebed wordt niet altijd scherp in het oog gehouden en toch zal dit er de heerlijkheid aan moeten schenken.

Brandsma.

 


  1. Published in: De Katholieke Encyclopaedie, Vol. XI. c. 420-422. The NCI preserves the printer’s proof.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2019