undated
notes for a talk or sermon
Gehoorzaamheid
Factus obediens usque ad mortem. Propter quod et Deus exultavit eum.[2] Slachtoffer voor onze zonden. Overgave in de handen der goddelijke Gerechtigheid. God wilde het zoo om ons zijn overvloedige liefde te toonen. Om dit lijden op Zich te kunnen nemen nam het Woord het vleesch aan.
Door liefde gedreven. Desiderio desideravi.[3] Niettemin hard voor de menschelijke natuur. Tristis est anima mea usque ad mortem.[4] Doodsstrijd in den Hof. Huivering voor het vreeselijke lijden. Ad quid. Vader, indien het mogelijk is, laat dezen kelk aan Mij voorbijgaan, maar niet mijn wil, uw Wil geschiede. De Engel daalde neder en openbaarde den menschgeworden God den wil Gods. Christus staat op. Hij gehoorzaamt. Oblatus est quia ipse voluit.[5] En hij zegt het aan de Joden die Hem gevangen namen, dat het nu hun uur was door God bepaald. En Hij onderwerpt zich. Hij zegt het aan Pilatus. Gij zoudt geen macht over Mij hebben, zoo zij U niet van boven gegeven was. En Hij onderwerpt Zich.
Als een lam is Hij ter slachtbank geleid zonder den mond te openen. Hij laat Zich slaan en verguizen, geeselen en met doornen kronen. En eindelijk neemt Hij het kruis op zijne schouders en draagt het naar Calvarië. Hij bezwijkt onder den last. Hij staat weer op. Zijn laatste krachten geeft Hij. Ten slotte aan het kruis genageld. Alle vrijheid weg. Beeld van de meest volstrekte gehoorzaamheid.
En in die omhelzing van het kruis sterft Hij. Het is volbracht. Maar in den dood geeft Hij Zich nog weder over aan den Hemelschen Vader. Vader, in uwe handen beveel ik mijn geest.
Les voor ons. Ook ons kruis dragen. Ook ons laten nagelen op ons kruis. Drie geloften. Leven en sterven in gelijkvormigheid met den wil van God.
Zien wij ook naar Maria onze Moeder. Na de ontmoeting met Hem op zijn Kruisweg ziende zijn gehoorzaamheid volgt zij Hem op den lijdensweg om Hem ten laatste te offeren op Calvarie als Abraham Isaac ging offeren op Moria. Maria staat onder het kruis. En als Jezus zegt: Vader in uwe handen beveel ik mijn geest, brengt Maria ook haar offer.
Leeren wij van Maria Jezus’ gehoorzaamheid navolgen.
Bewonderen wij die goddelijke gehoorzaamheid, die Jezus onzen Zaligmaker heeft doen zijn. Propter quod et Deus exultavit illum et donavit ei nomen quod est super omne nomen.[6] Vir obediens loquetur victorias.[7] Moest de Christus dit niet lijden en aldus zijn heerlijkheid ingaan?
- Typescript (NCI OP 89.63), 1 page. Undated. The text is probably used by Brandsma for a house chapter or sermon while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932), probably on Maundy Thursday, as all the Latin phrases are part of the Liturgy of that day. ↑
- See: Phil 2: 8-9. ↑
- See: Luke 22: 15. ↑
- See: Matt 26: 38. ↑
- See: Jes 53:7. ↑
- See: Phil 2:9. ↑
- See: Prov 21:28. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2024