Geloof en Wetenschap (Book review)

1905

Book review

 

Geloof en Wetenschap. Studiën voor onzen Tijd, onder Red. van R.P.J.C.M. Bouman. H.G. van AIphen, Haarlem. Prijs per nummer bij abonnement op een serie van 6 nummers 25 ct., anders 35 ct.[1]

 

Voor mij liggen vijf grijze boekjes, het begin van een nieuwe serie. ’t Is verbazend, hoe in den laatsten tijd onder ons Katholieken de schrijflust toeneemt en de werkzaamheid. Lectuur, Sociale Studiën, Politieke Studiën, Geschiedkundige Bladen enz. trachten in ‘behoeften des tijds’ te voorzien. Ook ‘Geloof en Wetenschap’, dat onder het nieuwe werk een waardige plaats inneemt. Want deze uitgave is uitmuntend geschikt de ontwikkelden te leiden en beter te ontwikkelen in vele vraagstukken en punten, die ze anders maar zelden degelijk belicht zien. ’t Is dan ook geenszins te verwonderen, dat een soortgelijke uitgave niet slechts hier in ons kleine Nederland, maar ook in Frankrijk, Italië en Duitschland een buitengewonen opgang maakt, want ook dáár bestaan ze, vandaar zijn ze eigenlijk naar hier overgewaaid. Verschenen in Frankrijk in korten tijd 355 nummers, ook in Nederland belooft de serie veel. Een blik op hetgeen reeds verscheen en nog beloofd wordt, overtuigt ons genoeg, dat zij degelijk en nuttig is, dat de boekjes welke zich aanmelden als ‘Studiën voor onzen Tijd’ als zoodanig welkom zullen wezen aan het lezende Publiek. Bovendien is men door den buiten- [257] gewoon lagen prijs in staat zich te abonneeren en zich een bibliotheekje der voornaamste punten aan te schaffen voor zeer weinig geld. Holland heeft den naam, wel nette boeken, maar altijd peperdure boeken te leveren, overigens verklaarbaar door het beperkte taalgebied, maar door deze uitgave wordt dit gelogenstraft, niet wat de netheid van uitgave aangaat, integendeel, zeker mooier dan de Fransche kan ze m.i. best wedijveren met de Italiaansche en Duitsche. En de prijs is hier slechts 25 ct. tegen 30 in Frankrijk en 40 in Italië. Nochtans is daar de inhoud iets grooter. Bovendien heeft ze dit eigenaardigs, aan de buitenlandsche seriën niet verbonden, dat zij, die zich niet abonneeren, het nummer 40% duurder hebben. Doch ik zou die boekjes even bespreken en dat slaat meer op den inhoud dan op den prijs, al weet men gaarne, dat men voor hetgeen men koopt niet te veel geld uitgeeft.

Wat van de vijf nummers het mooiste is, is moeilijk te zeggen. Het eerste is een uiting van Brunetière’s diep-denkenden geest, die bewonderend aanschouwt, hoe slechts door de beginselen der Kerk de oplossing van het maatschappelijk vraagstuk mogelijk is, ja meer, die in deze, het Christendom eenig eigene geschiktheid het bewijs ziet voor de waarheid daarvan. Het idee is wel in zich niet nieuw, te allen tijde zijn er geweest, die meer hechten aan zedelijke en sociale gronden dan aan de historische bewijsvoering; maar toch is het bemoedigend van dien grooten denker dit te hooren, nu zoo vaak de Kerk wordt voorgesteld als belemmerend de sociale hervorming, als remmend den socialen vooruitgang. – No. 2 ‘Is godsdienst noodig’ bewijst in gemoedelijke duidelijkheid, hoe de Godsdienst wel verre van privaatzaak te zijn of in het publieke leven niet thuis te behooren, noodzakelijk is voor een ieder in het bijzonder zoowel als voor de gemeenschap, den Staat enz. Ook in dit nummer worden dingen uiteengezet, die het ons goed doet te hooren. En het volgende nummer dat het vierde mede insluit: Beknopt en duidelijk zet dit uiteen, hoe Geloof en rede niet zijn te scheiden, niet strijden met elkander en goed opgevat een aanvulling en steun moeten wezen de eene voor het andere. Dit is werkelijk een mooi boekje voor velen en aan te bevelen voor allen, die zich geen juiste omschrijving kunnen geven van deze gewichtige kwestie, in het dagelijksche leven zoo vaak opgeworpen en oppervlakkig [258] weggeorakeld. Nummer vijf praat over het tekort aan goede romans, hoe het komt, dat de beste romans altijd haast geweerd moeten worden om obscoene passages, en de goede romans zonder die obscoeniteiten geen kans van slagen hebben. Een raak boekje voor menig den kinderschoenen ontwassen romanlezer, die meer hartstocht zoekt dan vermaak en zonder voor eigen meening uit te komen liever groot-doet met de toonaangevende losbollen.

Dat gaf de serie. En veel meer belooft zij: studies over de onwederstaanbare streving der menschelijke vermogens naar het geloof (‘uit de duisternis naar het licht’) ; over de onbevlekte ontvangenis der H. Maagd; over het voor en tegen van de hedendaagsche beweging in de Katholieke Kerk naar hervorming van gewoonten en gebruiken; over de intellectueele gronden, die ons met vertrouwen de toekomst der Kerk doen tegemoet zien, ondanks de vervolgingen, die haar treffen (Moed en vertrouwen); over het verband der Egyptologie met de studie des Bijbels, hoe deze daarvoor een bewijs, een steun is en geen logenstraffende kritiek (H. Schrift en de Egyptologie); over de verhouding der Godgeleerdheid tot andere wetenschappen; over den Katholieken Eeredienst enz.

Dat alles ligt reeds persklaar. De titels spreken genoeg voor de actualiteit. Meest zijn het bewerkingen naar het Fransch, Duitsch en Engelsch, maar dan van werkjes, welke er zijn ontvangen met gejuich en dus waardig zijn ook in Nederland gehoord te worden. Slechts een paar oorspronkelijke studies kwamen in, doch het is duidelijk, dat weldra meerdere zullen volgen. Verschillende schrijvers hebben reeds toezegging gedaan en ik twijfel er niet aan, of ook hier zal de serie aan hare trouwe lezers den grooten dienst bewijzen, hen in te lichten over de meest verscheiden en meest interessante vragen van den dag. Van de in bewerking zijnde boekjes noem ik behalve de in het laatste Prospectus genoemde, nl. ‘De Voorsienigheid’, ‘Instinct of verstand’ (naar den beroemden pater Jesuiet Wasmann); ‘Zijn alle godsdiensten even goed’ en ‘de Zondagsrust’ nog: ‘De Kerk te Rusland’; ‘de Maatschappelijke Invloed van den H. Franciscus van Assisië’, beide oorspronkelijke studies, en een bewerking naar het Italiaansch van den bekenden Prof. Maracchi: ‘de Catacomben en het Protestantisme’, dit laatste ten bewijs, dat in de eerste tijden het Christendom [259] was, gelijk het nog is en niet zooals de Protestanten het hebben gemaakt.

Ik behoef hieraan niets toe te voegen. Alles doet ons zien, dat de seriën ‘Geloof en Wetenschap’ uiterst nuttig zijn voor elk ontwikkelde, en men goed doet zich daarop te abonneeren.

Osch.

Fr. Titus Brandsma, Ord. Carm.

 


© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022


  1. Published in: De Katholieke Gids (Vol 17) 1905, 256-9 (‘Uit de Boekenwereld’).