Gemeenschap van de daad

undated

notes for a talk

 

[1]

Gemeenschap van de daad.

Opvoeding en vorming.

Zelfvorming.

Vormen in acht nemen. Verhoudingen erkennen.

Maatschappelijke deugden.

Instelling op de samenleving.

Al dan niet gegrond op de liefde tot den evenmensch.

Liefde maakt de samenleving schoon.

Andere verhoudingen. God en Godsdienst. Innerlijke deugden.

Veelzijdigheid voert wel eens tot zwakte.

Voorbeeldig leven van niet godsdienstige menschen.

Strenge opvoeding.

Sterke zelfbeheersching.

Vaak groote tegenstelling met den godsdienstigen mensch.

Toch eenzijdigheid.

Porro unum est necessarium.[2] Het hoogste.

De val van den godsdienstigen mensch. Lichtzijden.

Oppervlakkig oordeel van de wereld over de ethiek.

Treurige eenzijdigheid van den godsdienstige.

Ergernis.

Prediking van de godsdienstlooze moraal.

Bonum ex integra causa.

Plicht tot ook uiterlijk goed leven.

Niet die roepen: Heer, Heer.

Voorbeeld van de menschen met tijdelijke doeleinden.

Zij, die geweld gebruiken, nemen het rijk der Hemelen in.

Natuurlijke deugden de meest geschikte grondslag voor een hooger ethisch leven. Zonder dat vaak waardeloos en schijn.

 


  1. Typescript (NCI OP 89.45), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932).
  2. See: Luke 10:42.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024