Geur van Heiligheid

1936

Encyclopedic entry

 

(Heiligheid) Geur van Heiligheid

[1]

Geur van Heiligheid, gewoonlijk gebruikt als een figuurlijke uitdrukking voor iemands algemeene erkenning als een heilige, zoodat van die h. een roep en een stichtend voorbeeld uitgaat. Aldus synoniem met faam van h. De figuurlijke uitdrukking steunt echter op een verschijnsel, bij vele heiligen meestal bij of na hun dood,[2] doch ook herhaaldelijk tijdens het leven waargenomen, dat nl. hun lichaam een aangenamen geur verspreidt. In dit verband ziet men ook gaarne in heiligen bloemen, lelies of rozen. Het is opmerkelijk, hoevele heiligen dezen geur verspreidden. Een sprekend voorbeeld is de H. Liduina, van wie Thomas van Kempen het uitdrukkelijk mededeelt. Ondanks de vele wonden, waarmee haar lichaam was overdekt, verspreidde haar lichaam, in het bijzonder haar borst en haar hand een zoo welriekenden geur, dat heel haar kamertje ervan vervuld was en met het op de tong proefde. In vele processen van zalig- en heiligverklaring worden over dezen werkelijken geur van h. de meest[3] betrouwbare getuigenissen gegeven. Omgekeerd nam de H. Maria Magdalena de Pazzi waar, wie in zonden[4] leefde, aan den onaangenamen reuk, welken deze personen voor haar verspreidden. Görres zoekt een eerste verklaring van dit verschijnsel in de harmonie, waarin door de beheersching van den geest, het lichaam van een heilige zich bevindt. Toch schijnt het moeilijk, het hierdoor geheel te verklaren en zien velen in dit verschijnsel dan ook een mystieke en bovennatuurlijke gave. → Mystiek.

Lit.: Jos. v. Görres, Die christl. Mystik (II, 39-44).

Brandsma

 


  1. Published in: De Katholieke Encyclopaedie, Vol. XIII. c. 77. The NCI preserves the typescript.
  2. In the typescript: ‘dat bij vele heiligen bij of na hun dood’.
  3. In the typescript: ‘meeste’.
  4. In the typescript: ‘zonde’.

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022