Herinneringen

1938

Article

 

Herinneringen

[1]

Nog een kind was ik, toen de Paters Franciscanen te Bolsward het waagden, een weekblaadje voor Friesland uit te geven. Het was een heel bescheiden begin, maar het vond aanstonds weerklank onder Frieslands Katholieken. Kort geleden was de Friese Bond gesticht, de vereniging van een aantal Katholieke Kiesverenigingen. In de leidende kringen van die Bond begreep men dadelijk, dat dit initiatief de steun van heel Friesland hebben moest, inderdaad een weekblad voor Friesland moest worden. Bekhuis, de vurige strijder en leider, spande zich er voor. Verplaatsing van Redactie en Uitgave eerst naar Leeuwarden, toen naar Sneek deed zien, dat steeds breder kringen zich voor het blad interesseerden en hun steun en medewerking deden inderdaad Ons Noorden groeien tot een blad, dat heel bescheiden was, maar dat men in Friesland liefhad en niet meer wilde missen. Het was het orgaan, waarin de geestdriftige strijders van de eerste ure der emancipatie in Friesland elkander vonden. Meester van der Loos werd de grote zelfopofferende kracht, die alles bijeenhield, jarenlang. Hij moet wat gezwoegd hebben, na zijn vermoeiende slecht betaalde dagtaak als onderwijzer, om elke week het blad tot een waardeerbaar en gewaardeerd geheel te maken. Elk die het blad las, wist, dat het met moeite in stand werd gehouden. Het kapitaal was voor een groot deel bijeengekomen met aandeeltjes van tien gulden, die nooit dividend uitkeerden en ook nooit werden ingewisseld. Elk had er geld in zitten, maar men vroeg geen andere rente, dan dat het blad bleef bestaan. Het was een orgaan, dat de strijders der eerste ure nodig vonden en ten koste van alles wilden behouden. Als kind van zorgen was het dubbel gewaardeerd. Er kwam in tot uiting, wat er in Friesland leefde, heel bescheiden op het gebrekkige af, maar levend en het leven weerspiegelend, dat nog helemaal niet sterk was. De katholieken telden niet mee. Maar Ons Noorden bracht ze samen, hield hun voor, dat het zo niet hoefde. En zij wonnen aan kracht en invloed, heel geleidelijk zeker, maar de druppel holt de steen. Ons Noorden werd een band, die de Katholieke Friezen steeds meer met elkander verbond, totdat ook zij hun evenredige vertegenwoordiging kregen, niet enkel vrucht van een wet, maar meer nog van het door Ons Noorden gewekte politieke bewustzijn der Katholieke Friezen.

Zeker, naast Ons Noorden werkte stoer en trouw de ‘Friese Bond’, sloegen de Friese Landdagen bij de koude Friezen geestdrift los, werkten de Kiesverenigingen als groeiende cellen, maar Ons Noorden was als het cement, dat de bouwstenen aan elkander metselde, de spreekbuis, waarin de leiders tot elkander en tot hun Friese mannen en vrouwen praatten, de echo van hetgeen in de kleine vergaderingen in beperkte kring werd gezegd en gedaan.

De kranten groeiden, Ons Noorden bleef klein. Het volk begon steeds meer een dagblad te vragen om dagelijks te zijn ingelicht. Ons Noorden kon er niet aan denken, dat voor Frieslands katholieken te worden. Daarvoor was de lezerskring, ook al namen het allen, die er voor in aanmerking kwamen, te klein.

En toch, het moest, wilde het zijn moeilijk veroverde plaats in het Friese huisgezin behouden, meer plaatsen veroveren.

Toen kwam en overwon de gedachte: Ons Noorden dagblad voor de drie Noordelijke Provinciën. Zo kon het alleen. Zo moest het.

Ik heb het voorrecht, te stammen uit een gezin, waarin warm werd meegeleefd met hetgeen de Friese Katholieken vooruit bracht. Wat herinner ik mij levendig uit de eerste tijd nog, dat Ons Noorden bestond, hoe het weerklank vond in het Friese gezin, men er trots op was, dit eigen blad te hebben, het vergaf, dat het niet alles bracht, omdat het bracht wat men wilde hebben en in geen neutraal blad vond. Men keek meer naar hetgeen het gaf, dan naar wat het niet gaf.

Men wist wel, dat het meer moest zijn, maar wist ook, dat het niet kon. En men berustte. Niet zonder de wil, te zijner tijd op een hoger plan te komen. Een Fries kan wel berusten, maar rust daarom niet.

Wat al vergaderingen en besprekingen zijn er niet gehouden om Ons Noorden beter aan zijn opzet te doen beantwoorden.

Zij hebben nog geen einde genomen. Zij duren nog voort.

Want nog is Ons Noorden niet, wat het zijn moet, al is het gegroeid, al is zijn grondslag bevestigd, al is zijn lezerskring vergroot.

Dit woord is geen verwijt.

Maar het is een ernstig vermaan, dat wij de traditie onzer vaderen moeten voortzetten. Nog steeds heeft Ons Noorden vele vrienden. Nog steeds willen velen Ons Noorden zien groeien. Maar dat is ook nodig.

Wij jubelen vandaag en er is reden toe, want we mogen wel zeggen, dat Ons Noorden dat nu 25 jaar als Dagblad bestaat, die 25 jaar om dat bestaan heeft geworsteld.

En dan doet het goed, even uit te blazen met een voldane blik op die worsteltijd, waarin het blad niet onderging. Wij mogen dankbaar terugzien op veel, dat door Ons Noorden, al is het niet onder cijfers te brengen of in een statistiek vast te leggen, voor de drie Noordelijke Provinciën gewonnen is, maar we mogen ons allerminst aan rust gaan overgeven.

Er is nog veel te doen, voor we zijn, waar we met Ons Noorden kunnen en moeten komen, willen we het behouden.

Dit is geen dag om al te uitbundig te jubelen, maar vooral een dag om te zien, wat taaie volharding vermag en wat de worsteling van jaren thans van ons vraagt.

Wat kunnen wij niet meer, dan hetgeen zij konden, die voor 50 jaar Ons Noorden begonnen.

Wat kunnen wij niet meer dan degenen, die in de afgelopen 25 jaar met opoffering van heel veel dat hun dierbaar was, voor en in Ons Noorden hebben gedaan, wat ze konden.

Maar als wij meer kunnen, laten we dan ook meer doen.

Spiegelen we ons vandaag in de geestdrift onzer ouders en grootouders, die Ons Noorden in een heel moeilijke tijd stichtten en deden groeien.

Groeie Ons Noorden nog vooral doordat wij zijn, wat onze vaderen waren: Vrienden van Ons Noorden.

 

Nijmegen, September 1938.

Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm.

 


  1. Published in: Ons Noorden, 1 Oktober 1938, p. 25 [Feestnummer 25 jaar Ons Noorden].

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2023