Het Carmelietenklooster te Merkelbeek

1923

Article

 

Het Carmelietenklooster te Merkelbeek

Een heiligdom ter eere van O. L. Vrouw van het H. Sacrament.

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm., Oss.[1]

Tusschen Sittard en Heerlen op de grens van het Limburgsch mijngebied ligt een heel oud dorpje, reeds in 1336 vermeld als Merckelbeke, volgens de oude kerkelijke registers in 1400 reeds in het bezit van een eigen parochiekerk, toegewijd aan den H. Paus Clemens, met een afzonderlijk altaar ter eere van Maria. Dorp en kerkje zijn echter van nog ouderen datum en er zijn er, die den eersten aanleg van het kerkje terugvoeren tot den tijd van den Z. Karel den Groote. Hierover zullen we hier maar niet twisten. Vast staat wel, dat het een oud heiligdom is en sinds onheugelijke tijden de vereering van Maria er bijzondere beoefening vond. Het beneficie aan het Maria-altaar verbonden, werd geregeld vergeven en waarborgde bijzondere diensten ter harer eere.

Nog steeds ligt er dat oude kerkje, maar parochiekerk is het niet meer. Een nieuwe parochiekerk werd in den loop der jaren gebouwd op een [76] vrij grooten afstand van de oude, meer in het centrum der parochie, die zich verder uitstrekt dan het dorp en behalve Merkelbeek ook Douve en de Hout omvat.

Toch werden de oude kerk en de daarmee verbonden oude pastorie niet geheel aan hare kerkelijke bestemming onttrokken. Zusters van de Congregatie der Zusters van Liefde te Sittard betrokken de oude woning van den pastoor, bouwden er nog een vleugel aan tusschen kerk en woning, doch vestigden er zich niet blijvend.

Een geheel nieuw aanzien kreeg de oude stichting, toen in 1892 de Paters Benedictijnen haar overnamen. Een mooie gothische kerk verrees naast het oude kerkje, dat tot bidplaats voor de dag- en nachtgetijden werd ingericht. Een groot klooster werd aan de bescheiden bestaande gebouwen, thans bestemd tot gastenkwartier, aangebouwd, terwijl na eenige jaren de reeds omvangrijke inrichting nog werd uitgebreid met een nieuwen vleugel, waarin een honderdtal leerlingen intern hun gymnasiale opleiding zouden kunnen ontvangen alvorens in de orde te treden.

Hun verblijf in Merkelbeek gaf nieuwen luister aan de Mariavereering ter plaatse. Reeds was eenige jaren voor hun komst aan de oude parochiekerk een schoone Lourdesgrot gebouwd, welke voor de vele Maria-vereerders van Zuid-Limburg bijzondere aantrekkelijkheid bezat. De aanwezigheid van zoovele priesters in het aangrenzende klooster maakte, dat nog meer daarheen ter bedevaart togen. De Lourdesgrot van Merkelbeek werd een druk bezocht heiligdom.

Het heiligdom had echter zijn eindbestemming nog niet gevonden. De Paters Benedictijnen vonden er niet de gelegenheid, er geheel volgens hun oude kloosterinstellingen te leven. Het beslag door de Regeering gelegd op alle omliggende terreinen, voor zoover ze voor de ontwikkeling van het Staatsmijnbedrijf noodig waren of noodig konden zijn, maakte een groote uitbreiding van het grondbezit der abdij onmogelijk. Er bood zich voor de Paters een zeer geschikte gelegenheid aan voor de vestiging eener abdij te Vaals met een groot aangrenzend grondbezit in Duitschland. Deze omstandigheden waren oorzaak, dat tot stichting eener abdij te Vaals besloten werd en naar een Orde werd uitgezien, die het mooie Maria-heiligdom te Merkelbeek wilde overnemen. De Paters Carmelieten, van ouds de Lieve-Vrouwenbroeders, waren terstond bereid de plaats der Zonen van St. Benedictus in het oude Merckelbeke in te nemen. Z.D.H. de Bisschop van Roermond hechtte zijn volle goedkeuring aan die overname. Het Hoofdbestuur der Orde zoowel als het Pauselijke gezag bekrachtigde die goedkeuring, zoodat met ingang van 1 Augustus 1923 kerk en klooster overgaan in de handen der Paters Carmelieten. De vereering van Maria gaat hiermede ook een nieuw tijdperk in.

Geheel in overeenstemming met de oude traditie is in de kloosterkerk [77] aan de Evangeliezijde een altaar opgericht ter eere van Maria. Als een bijzonderheid mag gelden, dat hierop een beeld van Maria is geplaatst, dat de H. Maagd voorstelt in haar betrekking tot het H. Sacrament. In beeldhouwwerk is de voorstelling gevolgd van de schildering in San Claudio te Rome, de hoofdkerk der Congregatie van het Allerheiligste Sacrament. Deze beeltenis ontving de bijzondere goedkeuring van het kerkelijk gezag. Het is ons niet bekend, dat in een andere kerk van Nederland Maria onder dezen titel een altaar is gewijd.

De bijzondere vereering van Maria onder dezen titel is voor de Paters Carmelieten aanleiding geweest, hun nieuwe klooster ook onder dezen titel aan Maria toe te wijden. De constitutiën der Orde [78] schrijven voor de nieuwe kloosters der Orde de toewijding aan Maria voor. Voor dit klooster kon in dezen tijd van opbloei van de godsvrucht tot Onze Lieve Vrouw van het H. Sacrament moeilijk een schooner titel in verband met de Maria-godsvrucht ter plaatse worden gekozen.

Het nauwste verband heeft deze titel ook met de godsvrucht tot de Lieve Vrouw van Lourdes, waar, gelijk bekend is, de gunsten door Maria van God verkregen vaak zulk een treffend verband houden met de uiting van godsvrucht tot het Allerheiligst Sacrament. Hoeveel gunsten werden niet verleend bij den zegen, dien de zieken daar ontvangen met het Allerheiligste in plechtige processie in hun midden rondgedragen.

Nu deze maand dit nieuwe klooster aan Onze Lieve Vrouw van het H. Sacrament wordt toegewijd, sluit ook ons Maandschrift zich bij die toewijding aan en op de uitnoodiging der Redactie verklaarde een der Paters van de Congregatie van het H. Sacrament te Brakkenstein zich bereid een feestartikel ter verspreiding dezer opbloeiende devotie in ons Maria-maandschrift te plaatsen.

Dit korte artikel ter inleiding moge sluiten met de bede, dat de H. Maagd Maria dit nieuwe heiligdom, haar toegewijd, onder hare bijzondere bescherming neme en het voor velen make tot een oord van zegening en genade tot vereeniging van velen met haar Goddelijken Zoon.

 


  1. Published in: Carmelrozen Vol. XII, August 1923, p. 75-78.

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2019