Maart

1920

Article

 

Maart

[1]

In het dichte tarwe-veld bloeit ook de blauwe korenbloem, afwisseling brengend in de witte vlakte.

Op den akker van het geestelijk en kerkelijk leven bloeit de bloem van het geloof, ontloken in de kracht der sacramenten. Maar ook sieren in bonte mengeling talrijke devotie’s en godvruchtige practijken het vruchtbaar veld van het godsdienstig leven.

In Maart brengt de devotie tot H. Jozeph de heerlijkste afwisseling in het ziele-leven.

Liefelijk verschijnt ons zijn gestalte en met redelijken drang worden wij naar St. Jozeph getrokken.

Waarom juist Maart aan St. Joseph gewijd is?

Het geloovig Christen volk wil aan St. Josephs-vereering meer besteden dan een dag in de week – Woensdag – meer dan twee feesten per jaar.

Gelijk Maria de koningin is van de Mei, zoo wil het ook St. Joseph hebben als patroon eener geheele maand.

Maart is de overgang tusschen winter en lente. Onder de altijd meer stijgende zonne ontwikkelt zich het leven, wel is waar nog schuchter.

’t Is nog maar zacht en nauwelijks merkbaar dringen naar buiten, ’t is als een vaag vermoeden van de volle schoonheid, welke in den zomer zal worden geboden. Dikwerf echter wordt dat zachte werken verstoord door het ruw geweld van den verdwijnenden winter, die met storm en vorst den nieuwen levenskiem dreigt te verstikken.

Gelijkt Maart in de natuur niet op het leven van St. Jozeph? Dat leven was een stille voorbereiding voor de opkomst van de zon der gerechtigheid, die in ’s Heeren openbaar leven zou stralen, die op Calvarië haar Zuiden betreden zou.

Jozeph ontbrak het niet aan donkere en moeielijke tijden en toen de Zonne, die was zijn voedsterzoon begon te rijzen, was Jozeph niet meer op aarde.

Nog een andere rede[n], waarom Maart de aangewezen maand is voor de vereering van St. Jozeph.

Van oudsher wordt in het midden van Maart de feestdag gevierd van St. Jozeph. De eerste helft dus van Maart moest zijn als een plechtig inluiden van het feest, de laatste weken de echo der jubelklanken.

Op geheel bijzondere wijze staat St. Jozeph in betrekking tot het grondgeheim van het Christendom, de Menschwording des Heeren. Dit geheim wordt herdacht op den vijf en twintigsten der maand, als de Kerk de boodschap viert, door Gabriël aan Maria gebracht. Vinden wij in dit alles niet een zekere aanleiding, om juist in Maart St. Jozeph op bijzondere wijze te vieren?

Machtig veel heeft tot de viering der maand Maart ter eere van St. Jozeph de zendbrief bijgedragen, welken Leo XIII in 1889 tot de wereld richtte.

In dit schrijven stelt de Paus St. Jozeph tot voorbeeld voor alle standen en drukt hij den wensch uit, dat de devotie tot St. Jozeph meer en meer verspreid en dat de maand Maart hem op bijzondere wijze worde gewijd.

De viering van Maart is met aflaten verrijkt en voor enkele jaren heeft Pius X de litanie van St. Jozeph goedgekeurd, zoodat zij in openbare godsdienstoefeningen luide mag worden gebeden.

 


  1. Published in: De Stad Oss, 28 February 1920, page 5. The text is not signed, but attributed to Titus Brandsma, the chief editor of the newspaper.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024