Na 100 jaar

1940

Article

 

Na 100 jaar

[1]

Gisteren 28 November was het 100 jaar geleden, dat Koning Willem II aan de kloosterorden in Nederland, die in den Franschen tijd tot uitsterven waren gedoemd en geen novicen meer mochten aannemen, weder verlof gaf, hun kloosters open te stellen voor wie door jeugdige geestdrift gedreven daar hun intrede wilden doen om volgens den regel der onderscheiden Orden naar een inniger leven met God, naar eigen vervolmaking te streven en tot heil der zielen in vaderland en missie werkzaam te zijn.

In de meeste Orden waren nog slechts enkelen, hoog bejaard, overgebleven. Het tijdstip van uitsterving stond voor de meeste voor de deur. Vele instellingen, scholen en inrichtingen van anderen aard, in de eeuwen daarvóór gesticht en tot bloei gebracht, waren gesloten of in handen van leeken overgegaan. Enkele jaren konden de reeds met den dood worstelende leden der Orden het voortbestaan van de Nederlandsche afdeelingen nog rekken. Het einde dreigde reeds in het naaste verschiet, toen Koning Willem II met zijn kordaat en breed besluit het goede doel, door de kloosters nagestreefd, erkennend, toestond, weder novicen aan te nemen.

Reeds aanstonds traden velen in, die slechts door het geldend verbod weerhouden waren, maar met hart en ziel verlangden, de oude tradities der Orden in Nederland voort te zetten en hun leven te wijden aan de idealen, in de Orden levend. Maar wat na zooveel jaren eerst nog slechts aarzelend en man voor man, en vrouw voor vrouw gedaan werd, groeide spoedig tot een altijd rijker ontplooiïng van het Katholieke leven en deed spoedig niet met enkelingen, maar met tientallen het getal der kloosterlingen groeien.

Vooral sinds Paus Pius X de kinderen eerder en veelvuldiger tot de H. Tafel riep om hen reeds in hun prilste jeugd zoo innig mogelijk met God te vereenigen, was het aantal roepingen tot het kloosterleven in Nederland grooter dan waar ter wereld ook.

Niet slechts in het eigen vaderland vermenigvuldigden zij zich en stichtten zij hun kloosters om God eer en hulde te brengen in gebed en een met Hem vereenigd leven te leiden en tevens door allerlei instellingen de maatschappij te dienen, maar over heel de wereld zijn ze uitgegaan om ook ver buiten de grenzen van het eigen land van God te spreken en steeds meer te doen deelen in het goede, dat God door zijn Openbaring aan de wereld heeft willen schenken, maar te velen in die wereld nog niet kennen. Veertig bisschoppen, apostolische vicarii en prefecten van Nederlandsche afkomst en opgevoed in Nederlandsche kloosters staan thans aan het hoofd van uitgestrekte Missiegebieden met onder hun leiding duizenden mannen en vrouwen, die heel hun leven geven om hun medemensch de zegening van het Christelijk geloof te schenken.

Van alle kleur van kleeding en allen snit van dracht dragen zij tradities van eeuwen verder. En naast de oude Orden staan de nieuwe Congregaties, bezield door denzelfden geest om elk op zijn wijze en onder verschillend aspect het gemeenschappelijk ideaal te verwezenlijken en daarvoor slechts te leven.

Ik zal niet in bijzonderheden treden.

Een kort oogenblik van bezinning op een verleden van honderd jaar scheen mij op zijn plaats nu een eeuw geleden de kloosters weer werden opengesteld voor wie daarbinnen tradities zagen leven, die hen aantrokken, zooals zij eeuwen lang altijd weer de elkander volgende geslachten getrokken hebben en ook in de toekomst zullen blijven trekken, alle belemmering er van ten spijt.

Wij zegenen het oogenblik van honderd jaar geleden, waarop hier in ons vaderland de daar opgeworpen dammen van belemmering werden geslecht. Wij willen een oogenblik uiting geven aan de vreugde, die allen, die het goed meenen met de maatschappij, vervullen moet bij het zien van het vele goed, dat dit besluit van 28 November 1840 voor onze Nederlandsche samenleving heeft gebracht niet slechts door hier aan de Christelijke gedachte een inniger beleving te schenken en die in ons vaderland vruchtbaarder te maken, maar ook door vanuit Nederland zoovelen te brengen naar verre streken om er tot glorie van ons volk en van ons land op te treden als pioniers van beschaving en van opbloei van een Christelijke samenleving.

Prof. Dr. Titus Brandsma O.Carm.

Nijmegen, 28 November 1940

 


  1. Published in: De Gelderlander, 29 November 1940, p. 5. (also published as: ‘Na honderd jaar’, Ons Noorden, 2 December 1940, p. 5.)

 

Published: Titus Brandsma Instituut 2023