undated
notes for a talk
Oratorium in medio cellularum.[2] Eenvoud. Heiligdom. Plaats van gebed. Niet sprake van een tempel. Soms kerken schitterend oppervlakkig, van nabij openbarend den geringen eerbied voor het Allerheiligste. Veel meer waard een klein eenvoudig kapelletje, waar alles zilverrein is, met kinderlijke liefde verzorgd, in de kleinigheden de liefde en de kinderlijke aanhankelijkheid toonend, dan een groote mooie kerk, waar op het altaar weinig stichtends is, de versiering wereldsch en vaak verwaarloosd. Eerbied voor de liturgische voorschriften. Het ceremonieel van het Hof. Dwaas zelf een ander te kiezen.
In medio cellularum. Toegankelijk. Vaak bezocht. Geen bedevaart er naar ondernemen, maar zoo gelegen, dat het het centrum is van ons leven. Vooral in moeilijkheden daar onze toevlucht. Generaal van Straatsburg. Zusters bewonderd om haar heldhaftigheid. Bezoek aan de kapel.
Niet alleen naar Jezus om te schreien. Veel meer om te jubelen. Daar overwegen, hoe goed de Heer is. Hem danken maar tevens kracht vragen. Middenpunt van ons leven.
Reis door het land. Vanuit den trein Jezus groeten. Op straat eerbied voor het heiligdom waar Jezus woont. Bezoek aan een stad geen bezoek, als men er Jezus niet bezocht heeft. Als men voor een bepaald doel ter plaatse moet zijn, dan daar eerst Jezus bezoeken of zoo dit niet uitkomt, in den geest even naar het altaar vliegen. Zoo ook bij een bezoek aan een huis, waarin een kapel is.
Convenire ad Missarum solemnia.[3] Centrum. Samenkomen. Band tusschen ons daar gelegd. In de H. Communie telkens onze broederschap vernieuwen. Verzoen U eerst met uw broeder en kom dan aan het altaar. Bezegeling van ons verbond met elkander. Gelijk Jezus ons allen gelijkelijk bemint, zoo wij elkander en Hem.
Missarum solemnia. Het eerst en eenig uitgedrukte. Boven alles. Als er een H. Mis in huis is, er als het eenigszins mogelijk is bijzijn. Als voor iets een H. Mis is, dan moet dit het eerste deel van het program zijn, waaraan wij moeten willen deelnemen, niet het punt, dat we desnoods wel kunnen overslaan. Meditatie onder de H. Mis, dankzegging na de H. Communie. Velen in godvruchtige stemming zouden dan zoowat abstractie willen maken van de H. Mis. Onbewust quietisme. Dwaasheid. H. Mis het hoogste. Ook in de onderscheiden deelen te eeren. Evangelie opstaan, ook al komt men voor het laatste Evangelie pas in. Het beteekent deelen in de H. Mis. [2]
Missarum. Solemnia. Niet zoo maar tevreden zijn met het vereischte, een stil H. Misje. Onze godsvrucht opwekken, zoodat we behoefte hebben aan een H. Mis meer aan een plechtigheid, iets bijzonders, als de omstandigheden dit toelaten. Bezigheden laten niet alles toe, wat we zouden wenschen, maar voor velen is het soms een privilege, niet naar de H. Mis te hoeven. Voor mij iets vreeselijks, al wordt het niet zoo gedacht. Maar toch een gebrek aan liefde.
Solemnia. Opnieuw luister van de liturgie. H. Teresia. Beter eenvoudig goed zingen, dan gewild moeilijk boven de kracht. Zingen maar dan goed voorbereiden. Plechtig, maar dan volgens de voorgeschreven rubrieken. Noodgedwongen wellicht de muziek afgeschaft en reciteeren voorgeschreven. Allen meedoen.
- Typescript (NCI OP 89.59), 2 pages. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932). ↑
- Carmelite Rule, 14. ↑
- Carmelite Rule, 14. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2024