Snippers

1923

Article

 

Snippers

[1]

Och, wat is zoo’n snipper papier waard. Stop maar in de kachel of in den vuilnisbak. Die dingen ook nog weer apart bewaren. Als ’t nu waarde had, maar zóóveel heb ik toch niet. Wat helpen die paar snippers van mij? Weg er maar mee. Die snipper papier, dien ik af en toe heb, is niets waard.

Zoo praten ze.

’t Lijkt zelfs, alsof ze de waarheid voor hebben.

Mis.

’t Is helemaal niet waar.

’t Is met de stukken te bewijzen.

Verschenen is het jaarverslag van het Liefdewerk “Oud Papier”. De Gelderlander gaf er reeds een uittreksel uit.

Men veroorlove mij, er echter nog even op terug te komen.

Het is zulk een merkwaardig verslag, dat het verdient, elk jaar bijzonder bezien te worden. Ik heb er ook andere jaren de aandacht op gevestigd. Dit jaar is het die aandacht meer dan waard.

Die waardelooze snippers!

Ze hebben tientallen menschen, die werkeloos waren, mooier, die tot geen ander werk bekwaam waren, werk verschaft met ophalen, sorteeren en allerlei andere werkzaamheden, aan dit werk verbonden.

Dat alleen is in dezen tijd van veel verspreide werkeloosheid reeds als een zegen te beschouwen.

Het Rijk zoowel als de gemeenten geven schatten uit om den velen werkeloozen arbeid te verschaffen. Hun werk geven, dat in zijn voortbrenging de uitgaven er voor bestrijdt of bedruipt, is bijna steeds een onmogelijkheid. De werkverschaffing kost de gemeenschap schatten gelds. Het Liefdewerk “Oud Papier” heeft een middel gevonden, natuurlijk niet om allen werkeloozen werk te geven, maar toch tientallen zonder dat deze werkverschaffing de gemeenschap ook maar een cent kost.

We roepen om bezuiniging, we willen de gemeenschapskosten verlaagd zien, ik weet wel, dit ééne werk geeft de oplossing niet, maar laat men alvast dit middel aangrijpen, het sluit niet uit, ook nog andere toe te passen. Door het Bestuur van het Liefdewerk “Oud Papier” wordt misschien ook wel gepraat over middelen tot vermindering van de staats- en gemeente-uitgaven, maar tevens iets gedaan, dat daartoe een niet onbeteekenenden stap beteekent. Het verdient daarvoor erkenning. En die erkenning mag best af en toe eens openbaar geschieden. Laat ik er voor dezen keer de tolk voor zijn.

Maar daar blijft het niet bij.

Die snippers papier hebben nog meer waarde.

Daarmee worden niet slechts al die menschen aan het werk gehouden, maar het bedrijf houdt ook nog wat over. En wat het overhoudt, is nu juist niet zoo’n heel klein beetje. Menige zaak in Nijmegen zou willen, dat ze zulk een bedrag als batig saldo op de balans kon brengen. Er is het vorig jaar overgehouden een bedrag van ruim – laat den zetter het maar gerust vet zetten – zestien duizend gulden.

Geheel onbeteekenend zou ik dat niet willen noemen.

En met dat bedrag zijn heel wat goede werken gesteund.

Dat is de tweede lichtzijde van dit liefdewerk.

Er wordt tegenwoordig heel wat gevraagd, voor allerlei goede doeleinden. De eene bedelaar is niet van de deur, of de andere staat er voor. Het is wel eens, om er een oogenblik over te mopperen, dat daar nu al weer een staat, die wat zou willen hebben, maar van den anderen kant is het toch ook heerlijk, dat wij nog zoo samenvoelen en onze gemeenschapsplichten zoo royaal vervullen, dat de meesten van die bedelaars tot hun doel geraken en door medewerking van duizenden telken dage weder nieuwe stichtingen verrijzen tot heil van de menschheid, nieuwe werken worden begonnen met hetzelfde doel, in één woord, dat er een grootsche openbaring van liefde en offervaardigheid, van saamhoorigheid en gemeenschapszin in Nederland plaats heeft nu al jaren lang.

Maar hoe heerlijk ook, en het doet werkelijk aangenaam aan, hier een liefdewerk tot steun van zeer veel goede werken te mogen aanbevelen, zonder er geld voor te vragen.

Dit kan men nu steunen zonder er een cent voor te geven.

Er wordt niets anders gevraagd dan iets, dat men toch zelf niet gebruiken kan, dat men tenslotte heel graag weggehaald en geborgen ziet.

Velen bewijst het liefdewerk “Oud Papier” eer een dienst, dan dat het hun een dienst zou vragen.

Papier, in de kachel gestopt, is heelemaal niet goed, noch voor vuur noch voor kachel. De vuilnisbak is anders haast te klein. Als al dat papier er ook nog in moet, mag er wel een bak bij komen.

Welnu, zoek dan even in uw huis een heel verloren hoekje, waar een bak of een zak kan staan of liggen, waarin ge alle papier werpt, dat zijn dienst gedaan heeft.

En schrijf dan even een briefkaartje aan den heer C. Tonnino in de Frans Halsstraat no. 17, dat hij dien bak of dien zak met papier op geregelde tijden kan laten leegmaken. Op de gewenschte tijden komt dan een man van “Oud Papier” uw gave in ontvangst nemen.

Met die gave, die u heelemaal niets kost, doet ge dan een dubbel goed werk, ge doet mee aan kostelooze werkverschaffing en van het batig saldo laat ge een groot aantal goede werken steunen.

Over die goede werken misschien toch nog even een enkel woord. Een ieder weet graag, waar zijn geld, hier in dit geval de bate van zijn schijnbaar nietswaardige gave blijft.

De baten komen in één landelijke kas.

Vroeger heette ’t altijd “Oud Papier” – “Papier voor den Paus”. In den beginne gingen de gelden, die werden overgelegd, alle naar Rome voor Zijne Heiligheid. Toen de baten stegen, werden met instemming van Z.H. ook andere personen, die geld behoefden voor hun instellingen en liefdewerken, bedacht, en nu wordt nog steeds een som van duizend gulden of meer aan Z.H. den Paus gezonden, maar tevens aan vele stichtingen en vereenigingen in den lande hulp geboden. Het Bestuur gaat daarbij van de gedragslijn uit, zooveel mogelijk daar steun en hulp te verleenen, waar in den geest van het Liefdewerk wordt gearbeid. Men kan dan ook zeggen, dat, naarmate Nijmegen meer papier doet samenbrengen, Nijmegen in zijn verschillende instellingen meer profiteert van de hulp van het Liefdewerk. Dit jaar konden een twintigtal stichtingen of instellingen te Nijmegen een gift meest van 50 gld. ontvangen. In het geheel werd in het ressort Nijmegen meer dan 1000 gld. voor goede doeleinden geschonken.

De volledige lijst der bedeelde instellingen is reeds vroeger in dit blad opgenomen. Wij verwijzen daarvoor naar het nummer van 13 Juli l.l.

Een ieder weet nu weer den weg, waarlangs zijn snippers een goed doel bereiken, iets waard zijn. Benut die waarde, allen.

Dr. Titus Brandsma, O.Carm.

 


  1. Published in: De Gelderlander, 3 August 1923, page 5.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024