Van den Heiligen Berg

1930

Article

 

Het Apostolaat der Hereeniging te Nijmegen

Van den Heiligen Berg

[1]

Van de vele Grieksche bergen is er één de ‘Hagion Oros’, de heilige Berg bij uitstek, een van de merkwaardigste der wereld.

Hij is merkwaardig om zijn uiterlijken vorm en ligging, maar veel meer nog om zijn bestemming en de leefwijze van zijn bewoners.

Het is de wonderbare berg ‘Athos’ een schier-eiland aan de Egeïsche zee, de berg der kloosters, de berg van de Grieksche gewijde kunst, eenig in heel de wereld.

Een paar duizend meter heft zich deze berg steil op uit de zee. Hij vormt een landtong van tien meter lengte bij twee uur breedte van het overige land afgesloten door een muur, waardoor elke vrouw van dit kloostergebied verre wordt gehouden.

Op dien landtong achter dien muur liggen twintig groote kloosters verspreid rondom het eenige stadje, dat er op ligt en er het centrum, de marktplaats van vormt Karyes. In die twintig kloosters wonen vijfduizend monniken in beschouwend leven. Om hun dit leven mogelijk te maken, zijn er nog honderden mannen, die hen helpen en bedienen, hun bemiddelaars zijn voor hun inkoopen en voor den verkoop van de kunstvoorwerpen, welke zij in hun eenzaamheid vervaardigen. En behalve deze mannen, wonen er nog tallooze kluizenaars in de meest ontoegankelijke holen en spelonken van den berg, velen zonder anderen toegang tot hun cellen of kluizen dan een touwladder of een touw, waaraan zij zichzelve in een mand omhoog hijschen of door een medekluizenaar omhoog getrokken worden de enkele keeren, dat zij de eenzaamheid verlaten.

Hoe zij daar wonen en leven is op zich reeds allermerkwaardigst en is dan ook herhaaldelijk in beeld gebracht en beschreven. Het herinnert aan de oude kluizenaarsverhalen uit Egypte en toovert ons een wereld voor ogen, waarvan men in onzen tijd geen begrip meer heeft.

Maar dit is toch nog niet het merkwaardigste of het meest belangwekkende van dezen ‘Heiligen Berg’, het gezochte pelgrimsoord, telken jare van duizenden. Dit bestaat in de ongeëvenaarde kunstschatten, welke er zijn bewaard.

Gaan we nu nog vol bewondering door een Karthuizersklooster als bijv. dat van Pavia in Noord-Italië om er de kunststukken te zien, waaraan één monnik vaak heel zijn leven werkte, op den berg Athos staan we voor gelijke, neen, nog veel subliemer kunstwerken, de schoonste welke de gewijde Grieksche kunst heeft voortgebracht. In onuitputtelijk geduld met de vroomste toewijding hebben daar een tijdperk van meer dan duizend jaren de monniken hun leven besteed aan het versieren van hun heiligdommen. De fijnste miniaturen zijn er geteekend, de rijkste ikonen geschilderd.

In tintelend mozaiek zijn er met de hooge voornaamheid aan de Byzantijnsche kunst eigen de godsdienstige tafereelen in beeld gebracht.

Heel het eiland is een museum van Grieksche gewijde kunst, als er geen tweede op de wereld bestaat.

Over de steile bergpaden van dezen berg, langs de ontoegankelijke kluizen, tot in de holen en spelonken, maar bovenal door deze heerlijke musea van Grieksche kunst zal Dinsdagavond een, die dat alles van nabij aanschouwde, ons geleiden, Dom [15] Belpaire, de kunstzinnige Vlaamsche Benedictijner Prior van het Hereenigingsklooster Amay sur Meuse bij Luik.

Een rijke serie lichtbeelden, grootendeels naar foto’s door hem zelven genomen, zal de lezing opluisteren.

De lezing wordt gegeven in het Concertgebouw ‘De Vereeniging’ en is kosteloos toegankelijk voor allen, die lid zijn van het Apostolaat der Hereeniging of lid van dit Apostolaat zouden willen worden.

Het Apostolaat der Hereeniging heeft Dom Belpaire uitgenoodigd, omdat moeilijk een onderwerp is uit te kiezen, dat sterker aantoont, hoeveel schoons en heerlijks ons met de Afgescheiden Grieksche Kerk verbindt, ons vuriger doet verlangen, menschen met zoo edele opvatting van kunst en liturgie weder met onze Kerk verbonden te zien, dat dus geestdrift moet wekken voor dit Apostolaat.

Mogen we Dom Belpaire van harte het welkom toeroepen in de stad van Keizer Karel, eens een bewonderaar en bevorderaar van de Byzantijnsche kunst in onze stad, wij hopen dat velen deze unieke gelegenheid, met de kunstwerken van den berg Athos nader bekend te worden, zullen benutten.

 

P. Titus Brandsma, O.Carm.

Voorzitter Apostolaat der Hereeninging te Nijmegen.

 


  1. Published in: De Gelderlander, 3 November 1930, page 14-15.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024