Van Sinte Christoffel

1936

Article

 

Van Sinte Christoffel

[1]

Het is al een oude legende, maar altijd heeft zij nog, de legende van St. Christoffel die, sterk en forsch van lichaam, goed en liefderijk van geest, een kindje op zijn schouders nam om het over het water te dragen.

Het viel hem niet mee; het kindje had hem licht geschenen en gemakkelijk te dragen, maar ’t werd hem zwaar, haast bovenmate zwaar, zoodat hij midden in den vloed haast niet verder kon en omziende naar het kind, dat hij droeg, het scheen af te vragen, hoe het mogelijk was, daarin zulk een last te torsen.

Het kindje zag hem aan, en een licht overstraalde hem. Hij herkende nu het kindje dat hij droeg, als den Heer van Hemel en aarde. Hij begreep nu, dat wat licht scheen, zwaar was, maar tegelijkertijd was hij vol vertrouwen, dat degene die zich aan hem had toevertrouwd, hem ook de kracht zou geven, hem te dragen. Hij zou Hem dragen in de kracht zelf, die van zijn kostbaren last uitging. Een beeld van het leven. Een beeld van het leven met God. Een beeld van het leven van hem, die God dragend door het leven wil gaan.

Daarom blijft ook deze legende leven.

Zij geeft zoo heerlijk weer, wat voor vele menschen en niet het minst voor hen, die hem in hun vereeniging tot patroon hebben gekozen, het leven is.

Hun lichamelijke krachten veroorloven hen een beroep te kiezen, dat hen plaatste midden in den vloed der wereld. Hun hart was vervuld van liefde tot God, zoodat zij zich voornamen, Hem met zich te dragen, hun leven met Hem te leiden [45] in den vloed der wereld.[2]

St. Christoffel is de Patroon der Katholieke Handelsreizigersvereeniging. Haar leden zijn als een St. Christoffel. Zij torsen den last des levens. Zijn kozen een beroep, dat niet gemakkelijk is, dat hen niet alleen in den stroom der wereld brengt, maar dat van hen ook inspanning, groote inspanning vraagt om er God te blijven dragen.

Zij namen hun last misschien op zonder er zich rekenschap van te geven, dat Gods Voorzienigheid leeft en werkt in alles, wat geschiedt; dat wat den mensch overkomt, hem door God wordt opgelegd, ja, eigenlijk God zelf is, dien wij door het leven dragen. Zij namen den last op in een zekere lichtzinnigheid, vertrouwend op hun stoere kracht, er niet aan twijfelend, of zij zouden den strijd des levens wel strijden, zij zouden de moeilijkheden wel te boven komen.

Maar het viel niet mee.

Midden in den stroom des levens begonnen ook zij den last te voelen. Zij ervoeren, dat het niet zoo gemakkelijk is, dat het groote inspanning vraagt, er dan voor uit te komen, dat met voor- en met God wil leven, dat men zijn geloften gestand doet, dat men het eens gegeven woord niet breekt.

Ook zij hebben behoefte, eens even op te zien naar den last, die op hun schouders drukt, om daarin den wil van God te leeren zien, daarin God’s Voorzienigheid en God’s Wet te erkennen. En als zij zich weer rekenschap er van hebben gegeven, dat God met hen is, dat zij sterk zijn in Hem, dien zij dragen, dat hun last juist hun kracht is, dan zetten zij weer stoer den voet in den vloed en planten den stok van hoop en vertrouwen weer steviger in den bodem en rijzen omhoog, groot en forsch, groeiend in hun kracht. Daarom stond vroeger in heel veel, en nu nog in enkele kerken het beeld van St. Christoffel als een reuzenbeeld naast den uitgang, ja, naast den uitgang, dat is juister dan bij den ingang van de kerk om den geloovige, die na des morgens de H. Mis te hebben [47] ontvangen, zijn dagtaak begint, zijn gang door het leven dien dag weer aanvangt, te zeggen, hoe groot en hoe sterk hij is, en wezen moet om Jesus door het leven met zich te dragen.

In ons land zijn er nog voorbeelden van bewaard: In Breda, in Dordrecht o.a. Ook hier in de naaste omgeving van Nijmegen in den Ooy stond in het oude kerkje – het is in 1865 afgebroken – op het vlak tegen den toren een reuze St. Christoffel afgebeeld. Op tal van andere plaatsen zijn nog sporen er van ontdekt. Het waren beelden van drie, vier tot vijf, zes meter hoogte; dat was het typische er juist van, dat ze reuze-groot waren. Dat duidt aan, dat wij groot en sterk moeten zijn om met God door het leven te gaan. Wij moeten ons opheffen in onze volle kracht, gesteund door het vertrouwen op God.

En dan zal het nog niet meevallen. Dan zal nog de last heel zwaar worden, en wij het niet begrijpen, waarom de last, dien wij te torsen hebben, toch zoo zwaar is. Maar dan zal ook ons een blik op hetgeen in dien geheimzinnigen last besloten ligt – de erkenning dat wij daarmee God’s juk dragen, Hem, die de wereld in Zijn Vingeren draagt, de blijde zekerheid, dat Hij ons gadeslaat en zegent, – vertrouwen geven om niet te versagen, maar moedig voort te gaan, Hem uit te dragen over de wereld, totdat de andere zijde is bereikt.

Mogen alle leden van St. Christoffel steeds het beeld van hun Patroon in hun herinnering gegrift houden. Het zal hen aan hem gelijk maken.

Zij zullen met hem Christus dragen, stoer en sterk, door God gezegend.

Titus Brandsma O.Carm.

Nijmegen, November 1936.

Hoogleraar aan de

Katholieke Universiteit

 


  1. Published in: Gedenkboek van ‘Keizer Karel’, onderafdeeling van de Ned. R. K. Vereeniging van Handelsreizigers en Handelsagenten St. Christoffel te Nijmegen, 1912—1937, 7 Januari. Nijmegen 1937, pages 43, 45, 47.
  2. In the publication the last sentence of page 43 is erroneously repeated here: “Hun hart was vervuld van liefde tot God, zoodat zij zich voornamen, Hem met zich te dragen, hun leven met Hem te leiden.”

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024