Verklaring van den Regel – Kapittel

undated

notes for a talk

 

Verklaring van den Regel. Kapittel.

[1]

Armoede: Onthechting van hetgeen ons aan de aarde bindt en ons hart van God verwijderd houdt. Qui non renuntiaverit omnibus quae possidet non potest esse meus discipulus.[2] H. Franciscus noemt de armoede zijn Bruid. H. Petrus van Alcantara bemoedigt de H. Teresia in het stichten van kloosters zonder vaste inkomsten. Vertrouwen op de Voorzienigheid. Geen zorgen, wat zullen we eten, wat zullen we drinken. Naarmate de mensch zich meer van alles ontdoet, des te meer draagt God zorg voor hem.

H. Teresia schitterend voorbeeld. Z. Nonnius. Z. Francisca Ambosia. Belofte van armoede afgelegd. Beschikking weggegeven. Vaak nog gehecht aan kleinigheden. Petrus reliquimus omnia.[3] Hij had niets van beteekenis. Vos qui reliquistis omnia et secuti estis me.[4] Dus door niets meer vastgehouden. Geheel vrij: moet het doel zijn.

Affectief in den wil. Effectief in de daad. Ontbering lijden. Arm willen zijn metterdaad.

Een staat van armoede. Heel voorzichtig. Zoo gemakkelijk staat van rijkdom. Men heeft reeds veel en zou nog meer verlangen. De wereld erkent de redelijkheid der wenschen. Boeken, kleeren, huisvesting. Geneesmiddelen. Enz.

Er zijn grenzen. Zich die beperking getroosten.

Met zou spijt kunnen hebben, iets te hebben afgestaan.

Men zou zich te sterk kunnen hechten aan hetgeen men hee[ft].

Men zou zich het gebruik van te kostbare dingen kunnen veroorloven.

Vooral dit laatste te vermijden. Gebruiksvoorwerpen, welke men ten geschenke krijgt. Men meent, dat alles kan worden aangenomen, als het het klooster niets kost. Als men het zelf betaalt, dat wil zeggen, de bronnen heeft om de kosten er van te dekken.

Alles openbaren. Verdragen dat het niet wordt aangeschaf[t]. Veel nobeler dan zwijgen en niets vragen in zekere hooghartigheid.

Uitvloeisel uit de gehoorzaamheid. Complementum er van. Vervolmaking van de gehoorzaamheid. In zooverre voor het kloosterleven van onschatbare beteekenis.

Bevordert het doel van het kloosterleven, dat juist is de wereld vluchten om God aan te hangen.

 


  1. Typescript (NCI OP 89.61a), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932). The text is about the 12th chapter of the Carmelite Rule (on ownership).
  2. See: Luke 14:33
  3. See: Matt 19:27.
  4. See: Matt 19:28.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024