Zuiverheid

undated

notes for a talk

 

Zuiverheid

[1]

Kinderen van Maria. Maagd der Maagden.

Conversatio in coelis.[2]

Vereenigd met Jezus. Hem alle liefde.

Liefde gemakkelijk aan het schepsel, opdat dit ons streele en koestere. Mensch aan mensch gehecht.

Liefde van man en vrouw, vaak onnatuurlijke liefde van personen van hetzelfde geslacht. Ouders en kinderen. H. Paulus zegt van dezulken, dat hun hart verdeeld is. Zij moeten meer voor een ander, dan voor zichzelf en voor God leven.

Cherchez la femme. Zoeken zoo gemakkelijk het gezelschap der vrouwen. Willen bij ziekte door zachte vrouwenhand verpleegd worden. Liefkoozend met kinderen omgaan.

Wij hebben een staat, die aan dit alles heeft vaarwel gezegd. Leven met God, uitermate gereserveerd voor de menschen. Zoo gemakkelijk door de liefde tot de menschen gevangen. Hoevelen het klooster daarom uitgegaan.

Anders is het al spoedig het gevolg.

Om sterk te staan in de belofte de deugd beoefenen.

Te ver gaan in de liefde. Om dit te voorkomen dus zelfbeheersching en richting onzer genegenheid.

Zelfbeheersching door versterving in het noodzakelijke en in het nuttige.

Richting onzer liefde naar God en naar het schepsel, dat ons met God verbonden houdt, althans niet van God aftrekt.

Zedigheid. Matigheid. In vino voluptas. Voorzichtigheid. Vae mundo a scandalis.[3] Kleinen ergeren. Niet trotseeren. Misleiding omtrent onszelve. Soms koud, soms met andere dingen bezig. Meenen sterk te zijn. Eenvoudig niet beproefd. Ons waepenen ook dan. Dubbel gevaarlijk, omdat we in die gesteltenis ons meer kunnen veroorloven. En daaraan gewoon geworden werken die dingen op ons in in e[en] andere gesteltenis, waarin we ook wel eens komen.

Ook na overwinning niet tevreden. Wij zijn geen Engelen. In nederigheid erkennen, ook aan geestelijken leidsman.

H. Paulus.

Sufficit tihi gratia mea.[4] In Gods genade blijven, God ziet mij. Met God vereenigd. H. Communie. Brood der Engelen, Wijn, die maagden kweekt. Scutum fidei.[5]

Zinnen beheerschen. Met iets bezig zijn.

Voorzichtig op straat. Gassen. Des avonds.

 


  1. Typescript (NCI OP 89.29), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932).
  2. See: Php 3:20.
  3. See: Matt 18:7.
  4. See: 2 Cor 12:9.
  5. See: Eph 6:16; Carmelite Rule, 19.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024