De H. Bisschop van Fiesole

1920

Article

 

De H. Bisschop van Fiesole

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord .Carm., Oss.[1]

 

Zijn voet staat op een wolvenkop. Hoog verheft zich naast hem een lam, het beeld van onschuld en heilig leven. Dat hij den wolvenkop vertreedt en een lam zich opheft naast zijn voeten, verbeeldt, hoe eens in het schoone Florence een jongeling uit het hoog adellijk geslacht der Corsini vaarwel zeide aan het wereldsch leven en het heiligdom, dat de Carmel te Florence bezit, binnenging om als een onschuldig lam zich op te offeren in den dienst des Heeren.

In een droomgezicht had zoo zijn moeder het beeld gezien van het leven, dat het kind, dat zij baren zou, zou leiden. Een wolf zag zij de vrucht van haar schoot, maar die wolf ging het Carmine binnen en veranderde in een lam.

Hij is de glorie van het Carmine geworden en nog steeds vereert men er in een prachtige kapel, met de schoonste kunstwerken versierd, de nagedachtenis van den H. Andreas Corsini, Carmeliet en Bisschop van Fiesole, wiens lichaam heden vijf en een halve eeuw na zijn dood nog onverteerd wordt bewaard.

In bisschopsmantel staat hij voor ons, maar deze is niet paars, doch wit overeenkomstig de kleeding der Orde. In stille bewondering van Gods goedheid staart hij naar het lam, welks reinheid en zachtmoedigheid hij steeds poogde in zich uit te drukken.

Na zijn dood verscheen hij met rozen en leliën in de hand, ten teeken, gelijk hij zeide, dat hij in zijn leven steeds die reinheid had mogen bewaren. De versiering van den bisschopsstaf, waarvan de krul een roos insluit, en van het bisschopskruis, dat in leliën uitloopt, herinneren aan die verschijning, verzinnebeelden dus zijn zuiver leven.

De geheele figuur spreekt van eenvoud en bescheidenheid. Als wilde hij ons prediken, dat hij slechts roem zocht in het kruis, toont hij ons dit teeken zijner bisschoppelijke waardigheid. Hij draagt niet den doctorshoed, met zooveel onderscheiding te Parijs behaald. Het wapen van zijn doorluchtig geslacht is ter linker zijde gesteld en hoog prijkt daarboven het teeken eener hoogere geboorte, voor het leven der genade, waarin hij ons zulk een verheven voorbeeld is.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. VIII, Feb 1920, p. 229.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022