De Z. Dionysius van de Geboorte

1939

Article

 

De Z. Dionysius van de Geboorte

[1]

Franschman, Opper-stuurman van de Portugeesche vloot en koninklijk Cosmograaf, Ongeschoeide Carmeliet, Priester, Apostel, Martelaar.

In korten tijd – hij werd nog niet ten volle 38 jaar – heeft hij veel vervuld. Hij werd geboren in Honfleur aan de Seine in Normandië 12 Dec. 1600. In zijn jeugd een vrome jongen, dien men, als men hem niet zag, in de kerk zocht en vond. Maar tegelijk tot de zee getrokken. Met 12 jaar nam zijn vader, scheepsdokter, hem al mee naar Amerika. In 1619 ging hij naar Indië. Eerst in Franschen dienst, kwam hij later op Java in dienst van de Hollanders, doch hun spot met zijn Geloof deed hem overgaan naar de Portugeezen om zijn Geloof te verdedigen. Hij hoopte zoo als martelaar te sterven. Van 1626 – 1629 is hij in Malakka, van 1629 – 1635 in Goa, de hoofdstad. Hij klom er op tot Opper-stuurman van de vloot en koninklijk Cosmograaf. Vele kaarten door hem geteekend, worden nog bewaard, de voornaamste in het Britsch Museum te Londen.

In 1635 daags voor Kerstmis werd hij opgenomen in de Orde van Carmel.

In 1638 bereidde de Onderkoning de zending voor van een Gezantschap naar den nieuwen Sultan van Atjeh. Hij eischte, dat Pierre Berthelot, nu Pater Dionysius, meeging. Hij was in die wateren bekend als geen ander. Men zwichtte. Voor het vertrek werd hij priester gewijd. De Hollanders waren echter bij den Sultan van Atjeh de Portugeezen voor. Zij overvielen dezen, zoodat van de drie schepen slechts één, van de manschappen maar de helft op Atjeh kwam. Schijnbaar vriendelijk ontvangen, werden zij terstond na ontscheping gevangen genomen en als slaven mishandeld. Nu wordt Pater Dionysius nog meer hun leider. Hoewel zwaar geboeid, mocht hij zijn tochtgenooten bezoeken. Voetje voor voetje kon hij slechts gaan en bloed teekende zijn weg, maar hij ging. Na 33 dagen werd hij eindelijk met de anderen naar het strand gevoerd om den dood te ondergaan. De Z. Dionysius, die Maleisch verstond, bracht hetgeen gezegd werd, met woorden van bemoediging, aan de slachtoffers over en stierf aldus het laatst. Hij was daar in waarheid, wat men hem noemde ‘de Vader van de Portugeezen’. Zoo diepen indruk maakte zijn optreden, dat, toen het eindelijk zijn beurt was, de soldaten hun wapens neerwierpen en hem niet durfden dooden, totdat een afvallige door de rijen brak en met een zwaard zijn hoofd kliefde. Nu durven ook weer de anderen. Nog driemaal zegt hij: Jezus, Maria; en valt dan voorover op het kruis, dat hij in de hand hield.

De Orde viert zijn feest met dat van zijn Ordesgezel Broeder Redemptus van het Kruis op 29 November als dat van de twee eenige Zalige Martelaren van Nederlandsch Oost-Indië.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. XXVIII, Oct. 1939, p. 132.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022