De Z. Dionysius

1922

Article

 

De Z. Dionysius

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord Carm. Oss.[1]

 

De versiering van zijn beeltenis leidt de verbeelding naar Indië. Wij moeten dan ook in hem een martelaar begroeten, die op den bodem van Nederlandsch Indië zijn bloed voor Jezus vergoot en Atjeh’s grond heiligde.

Petrus Berthelot was een kundig zeevaarder in den dienst van Portugal. Zijn ervaring en uitgebreide kennis deden hem zelfs aan het hoofd stellen van den zeevaartkundigen dienst des koninkrijks in Indië. Hij voelde zich echter tot nog hooger dingen geroepen en vroeg op 35-jarigen leeftijd in 1635 een nederige cel in het Carmelietenklooster te Goa om daar den Koning der Koningen te dienen.

Hij werd thans een kundig stuurman op de nog onveiliger wateren, waarop zoovele zielen schipbreuk lijden. Toen dan ook de Portugeezen een moeilijken tocht moesten ondernemen om met den vorst van Atjeh handelsbetrekkingen aan te knoopen, vroegen zij Pater Berthlehot, nu Pater Dionysius, om hen te begeleiden. De Oversten stonden dit toe en gaven hem een gezel in Broeder Redemptus. De reis werd voorspoedig volbracht.

Met gejuich en teekenen van vreugde werden zij ontvangen, doch niet zoodra waren zij geland, of met ketenen beladen werden zij onder de hardste behandeling gesteld. Slechts de overgang tot het mohamedanisme kon hen redden. Alleen de koninklijke gezant werd vrijgelaten. In de akeligste gevangenissen, in de hardste slavernij en de wreedste mishandeling werd hun geloof op de proef gesteld. Toen bleek, welk een leidsman hen in Pater Dionysius vergezelde. Hij staalde aller moed door het vooruitzicht op de eeuwige belooning. En toen na ruim een maand de dag der zegepraal gekomen was, 26 Nov. 1638 verkreeg hij de gunst het laatst van allen te mogen sterven om hen allen in de laatste oogenblikken met zijn priesterlijke woorden bij te staan. De bloeddorst der beulen was toen tot het uiterste geprikkeld en vreeselijk sloegen zij met zwaard en bijlen op hem in. Men kliefde hem het hoofd en doorstak hem met degensteken. Biddend viel hij neer. Hij was de haven, waarin hij zijn gezellen had binnengeleid, ook zelf ingevaren, Zijn feest wordt met dat van den Z. Redemptus gevierd op 29 November.

 


  1. Published in: Carmelrozen Vol. XI, May 1922, p. 21. The NCI preserves a typescript.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022