De Z. Francisca Ambosia

1937

Article

 

De Z. Francisca Ambosia

[1]

Zij was de uitverkorene, die aan de stichting der Carmelitessen door den Z. Joannes Soreth in 1453 den eersten glans der heiligheid zou geven. Zij werd geboren in het jaar 1427 als oudste dochter van Louis d’Amboise, heer en prins van Talmont. Reeds op vierjarigen leeftijd kwam zij aldus aan het hertogelijk hof van Bretagne, bestemd als bruid van prins Pierre, den tweeden zoon van den regeerenden hertog. Zij muntte als kind reeds uit in vroomheid en verkreeg daardoor, dat zij op vijfjarigen leeftijd tot de eerste H. Communie werd toegelaten. In 1442 trad zij in het huwelijk met den voor haar bestemden bruidegom, die in 1460 zijn ouderen broeder als hertog van Bretagne opvolgde. Als hertogin was zij een voorbeeld van liefde en welwillendheid voor haar onderdanen, tevens een voorbeeld van eenvoud. Haar gemaal, die haar de eerste jaren met weinig eerbied behandelde en niet begreep, won zij door haar geduld en ongekreukten trouw. Op 40-jarigen leeftijd weduwe geworden, was zij ondanks de dringendste vertoogen der hertogelijke familie, ja, van koning Lodewijk XI zelven niet tot een tweede huwelijk te bewegen, doch trok zij zich van de wereld terug om te Vannes in het voor eenige jaren door de Z. Joannes Soreth gestichte klooster van den Carmel te treden. 25 Maart 1468 werd zij door den Z. Generaal zelven in de Orde opgenomen. Na zeven jaar werd zij, ondanks haar tegenstand, tot Priorin van dit klooster gekozen. Haar voorbeeld en de invloed, welke van haar uitging, brachten het klooster tot hoogen bloei, wat oorzaak werd, dat zij na enkele jaren door den Paus zelven werd aangewezen tot Priorin van het klooster van O.L. Vrouw des Couets, vaak eenvoudig Couets, genoemd, bij Nantes, dat onder haar bestuur een toonbeeld werd van tucht en heiligheid. Het was zulks nog ten tijde der H. Teresia, die geacht wordt naar dit klooster te hebben willen gaan, toen zij volgens haar getuigenis in het boek van haar Leven er over dacht, over te gaan naar een klooster in het Noorden. Hier stierf de Zalige 4 November 1485, op haar sterfbed vertroost door een visioen van een koor van heilige Maagden, die haar den Hemel inleidden. Haar laatste vermaan aan haar Zusters was, wat zij steeds als hoogste ideaal van het leven voorstelde: Zorgt, dat God boven alles bemind worde. Haar feest wordt gevierd op 4 November.

 


  1. Published in: Carmelrozen Vol. XXVI, Nov. 1937, p. 158.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022