De Z. Maria der Menschwording

1922

Article

 

De Z. Maria der Menschwording

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm. Oss.[1]

 

De adellijke dame in het kleed eener eenvoudige leekezuster. De wereld kent haar als Madame Acarie, als de dochter van den heer van Champlastreux, maar vol vreugde legde zij op Gods roeping deze titels af om in een klooster van Carmelitessen, door haarzelve gesticht, alleen nog voor Hem te leven. Zij had het als de leiding der Voorzienigheid beschouwd, toen haar ouders er op aandrongen, dat zij in het huwelijk trad. In de wereld leefde zij als een Heilige, zoodat de H. Franciscus van Sales van haar getuigde, dat zij het volmaaktste voorbeeld eener Christelijke huisvrouw was. Voor haar echtgenoot en kinderen, alsook voor haar dienstpersoneel toonde zij de teederste zorgen. En dit verloochende zich niet, toen staatkundige woelingen hun het fortuin, haar echtgenoot zelfs de vrijheid roofden. Toen juist toonde zij zich de sterke vrouw. Spoedig beschikte God echter weder betere tijden. Nog meer dan voorheen deed zij nu alles, wat in haar vermogen was, om zijn dienst te bevorderen. Een bijzondere vereering koesterde zij voor de H. Teresia en niets verlangde zij vuriger dan dezer instelling van Spanje naar Frankrijk over te brengen. Zij slaagde er in, de Z. Anna van den H. Bartholomeus, de trouwe gezellin der H. Teresia, voor een stichting te Parijs te verkrijgen. Van Parijs verspreidde de nieuwe Orde zich spoedig over heel Frankrijk. Drie harer dochters en een harer dienstboden deden haar intrede in de nieuw gestichte kloosters. Toen God haar echtgenoot van haar had weggenomen, aarzelde zij niet ook zelve in een dier kloosters in te treden. Zij wilde echter niet onder het getal der koorzusters, doch slechts onder dat der werkzusters worden opgenomen. Niets was in staat, haar van dit voornemen af te brengen. Niets kon haar ook bewegen, het ambt van Priorin op zich te nemen. Liever wilde zij in afwezigheid der Priorin gehoorzamen aan haar eigen dochter. Haar laatste ziekte leed zij met hetzelfde onverschrokken en onuitputtelijk geduld, dat zij in de wederwaardigheden des levens steeds aan den dag had gelegd. Op 53-jarigen leeftijd stierf zij in het jaar 1618. Haar feest wordt daags na dat der H. Teresia op 16 October gevierd.

 


  1. Published in: Carmelrozen Vol. X, March 1922, p. 253.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022