De Z. Romaeus

1921

Article

 

De Z. Romaeus

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm., Oss.[1]

 

Een Pelgrim.

Godsvrucht en boetvaardigheid zijn wel de eigenschappen, welke wij in het beeld van dezen eenvoudigen, door God zoo hoog verheven kloosterbroeder op de eerste plaats bewonderen.

Oude levensbeschrijvingen noemen hem een Italiaan, doch het schijnt, dat hij niettemin behoorde tot het klooster van Limoges in het Zuiden van Frankrijk.

Daar leefde een ander heilig kloosterbroeder, wiens hart niet minder sterk getrokken werd tot een bezoek aan de heilige genade-oorden. Mogen wij de bovengenoemde oude levensbeschrijvingen gelooven, dan had de Z. Romaeus, daarin ook Henricus Romaeus genoemd, reeds eenmaal het voorrecht gehad van een pelgrimstocht over de Alpen, toen de H. Avertanus van zijn Oversten verlof ontving dienzelfden pelgrimstocht te aanvaarden.

Men gaf hem den Z. Romaeus tot geleider en gezel.

Het was in de maand November van het jaar 1379.

Zij kozen het gure winterweer bij hun tocht door de bergen om nog strenger boete te doen.

Te veel vroegen de twee arme leekebroeders van hun krachten.

Ter hoogte van de Italiaansche stad Lucca eischte de gezondheidstoestand van den H. Avertanus verpleging. Zij zochten die bij hun ordebroeders te Lucca. Zij werden echter in de stad niet toegelaten, wijl de pest in de stad woedde en men hen daarmede besmet vreesde. Zoo werden zij opgenomen in een ziekenhuis buiten de poorten der stad.

Hier stierf na eenige dagen reeds de H. Avertanus, door Maria in zijn laatste uur vertroost, door zijn verplegers in die enkele dagen reeds vereerd als een heilige.

Nu vond ook de ziel van den Z. Romaeus geen rust meer. En God wilde hen ook in den dood niet scheiden. De koorts tastte Romaeus aan en acht dagen na den dood van den H. Avertanus verscheen de Heer, vergezeld van vele Heiligen, onder wie Romaeus zijn gezel herkende, aan den vromen pelgrim om ook hem op te roepen. Nog rust hun beider lichaam in eenzelfde graftombe in de Kathedraal van Lucca.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. IX, March 1921, p. 251.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022