De Zalige Francus van Siena

1940

Article

 

De Zalige Francus van Siena

[1]

Een boetvaardige.

Van een leven van weelde en zonde bekeerd tot een leven van de strengste boete.

Jong verloor hij zijn ouders. Na hun dood ging hij den breeden weg op, die ten verderve leidt.

Gods genade liet hem niet los en hoewel hij geruimen tijd aan die genade weerstand bood, Gods Voorzienigheid beschikte, dat hij, naar het schijnt tengevolge van zijn losbandig leven, blind werd en deze blindheid hem weer oog schonk voor de eeuwige waarheid. Hij kwam tot inkeer.

Zware boete legde hij zichzelven op, allereerst een harde bedevaart naar het verre Compostella in Spanje. Wonderbaar was de uitkomst van dezen boetetocht.

In dit door wonderen zoo verheerlijkte heiligdom herkreeg hij het gebruik zijner oogen, wat hem nog meer vervulde van den plicht, God eerherstel te geven. Van Compostella reisde hij naar Rome, waar Paus Gregorius X hem zijn zonden vergaf en hem weder in genade aannam. Hij vastte onder die bedevaarten op water en brood, terwijl hij des Vrijdags zelfs niets at dan wat wortels en kruiden. Dit was echter nog niets bij de boete, welke hij, in zijn geboorteplaats Siena teruggekeerd, daar zichzelven oplegde. Hij trok zich in de eenzaamheid terug, omgordde zijn lichaam met een ijzeren boetegordel, terwijl hij het tuchtigde met doornen en zich vaak tot bloedens toe geeselde. Nadat hij aldus in jaren van boete de ergernis, zijn medeburgers gegeven, had weggenomen, verscheen hem de H. Maagd en beduidde zij hem, dat hij het kleed harer Broeders te Siena zou vragen. Onder het getal der leekebroeders opgenomen, muntte hij er uit in gestrengheid voor zichzelf en de stipste onderhouding van den Ordesregel. Onder alle Heiligen en Zaligen der Orde geldt hij vooral als het voorbeeld bij uitstek van de onderhouding van het kloosterlijk stilzwijgen. Om niet onbedacht tot spreken over te gaan, droeg hij aan een kettinkje een kogeltje in den mond, dat hij er uit moest nemen om te spreken.

Zoo wordt hij dan ook van ouds afgebeeld en wordt hij in de Orde vereerd.

Verder muntte hij uit in liefde tot de overweging van het H. Lijden des Heeren. Het was hem, of hij altijd den lijdenden Heiland voor zich zag, die hem toesprak met de woorden: “Zie toch Francus, wat Ik voor de menschen geleden heb”.

Als hij zijn handen vrij had, had hij er het kruisbeeld in. 11 December 1491 rukte een hevige koorts hem uit dit leven. Paus Clemens V nam hem reeds op onder het getal der Zaligen. De Orde en de stad Siena vieren zijn feest op 11 December.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. XXIX, Nov. 1940, p. 156.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022