De Zalige Romaeus

1940

Article

 

De Zalige Romaeus

[1]

Voorbeeld van gebed en versterving.

Trouw gezel, tot in den dood, van den H. Avertanus. Uit liefde tot het gebed en tot de beoefening der versterving ondernam deze in 1379 vanuit Limoges in het Zuiden van Frankrijk een bedevaart naar Rome en vroeg als gezel den Z. Romaeus.

Deze keuze tekent ons Romaeus.

Avertanus, zoo nederig en vroom, vroeg Romaeus als zijn voorbeeld en zijn steun. Reeds eenmaal had deze dien tocht in den geest van boete volbracht, hij kende den weg en de taal, want hij was niet als Avertanus een Franschman, maar een Italiaan, al weten wij niet, waar in Italië hij is geboren noch waar hij in de Orde intrad. Vermoedelijk trad hij in, als leekebroeder, in een der kloosters van Zuid-Frankrijk. Het verblijf van Paus en Kardinalen in Avignon bracht er zooveel Italianen heen. Behalve Romaeus wordt hij ook Henricus Romaeus genoemd. Dat Avertanus in het klooster van Limoges hem tot zijn gezel uitkoos, doet vermoeden, dat hij in hetzelfde klooster zal hebben geleefd en zij na het feest van Allerheiligen van 1379 te zamen dit klooster verlieten om hun boetetocht te beginnen. Zij zochten het barre jaargetijde uit om Alpen en Apennijnen te beklimmen en te doorkruisen en moeten een harden en zwaren tocht hebben gehad, in hun oogen echter zoet en licht, omdat hij aan hun godsvrucht voldeed.

Hun beproeving werd echter nog zwaarder op den terugweg, omdat toen een in verschillende steden van Midden- en Noord-Italië uitgebroken besmettelijke ziekte overal de poorten der steden voor hen gesloten deed houden.

Zelfs door koorts aangetast kwamen zij einde Februari 1380 voor de poorten van Lucca. Ook deze bleven voor hen gesloten, maar het Sint-Petrushospitaal buiten de poort nam de zieken op. Het zag reeds na enkele dagen Avertanus bezwijken, maar niet zonder hem te hebben leeren kennen als Heilige.

Nog een week worstelde Romaeus met den dood, toen hij in een visioen zijn trouwen gezel weer aan zijn ziekbed zag, nu omringd van engelen en heiligen. Het was het oogenblik, dat ook zijn ziel in het koor der Zaligen werd opgenomen. In één graf werden beiden begraven, eerst in de kerk van het Hospitaal, maar later, toen wonderen hun graf verheerlijkten, gaf de stad, die hen levend niet had willen ontvangen, aan hun stoffelijk overschot een heerlijk graf in de Kathedraal, waar weer eenzelfde reliekschrijn beider gebeente omsluit.

Het feest van den Z. Romaeus, in oude Kalenders op 17 Januari gesteld, waarschijnlijk den dag van de plechtige overbrenging van zijn relieken, wordt thans gevierd op den dag van zijn heilig afsterven, 8 dagen na dat van den H. Avertanus, op 4 Maart.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. XXVIII, March 1940, p. 252.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022