Een standaardwerk over Maria

1919

Book review

 

Een Standaardwerk over Maria

Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord. Carm., Oss.[1]

 

Een standaardwerk over Maria!

Ik bedoel hiermede het werkelijk grootsch opgezette werk, dat Pater A. Koenders O. Carm. over de vereering van Maria is beginnen uit te geven en dat thans in proefaflevering voor ons ligt.

Niet ten onrechte schreef het Dagblad van Noord-Brabant in het nummer van 20 September, dat het belooft een der mooiste werken te worden van den laatsten tijd, dat iedere katholiek, die op de hoogte wil blijven van de godsdienstige en liturgische werken, met vreugde zal begroeten en dat het zich laat aanzien, dat de belangstelling ervoor even groot zal wezen als de Maria-vereering onder onze Nederlandsche katholieken levendig.

Ook de Maasbode meent in het nummer van 19 September, dat het werk van P. Koenders naar opzet en omvang belooft te worden een der standaardwerken over de Maria-vereering, dat een plaats zal innemen in de boekerijen zoowel van Maria-vereerders als speciaal van liturgisten.

Met den schrijver mogen we zeggen, dat tot heden noch in de binnenlandsche noch in de buitenlandsche literatuur op Mariaansch of liturgisch gebied een werk verscheen, dat zich bezig houdt met de volledige liturgische Maria-vereering.

Des te meer is zijn opzet te prijzen en met des te grooter vreugde kondigen wij de verschijning van dit werk aan.

Men begrijpt, welk een veld hier viel te overzien.

De ontwikkeling, welke de eeredienst der Kerk in den loop der eeuwen onderging, bracht een steeds breeder ontplooiing der Maria-vereering met zich. Er is bijna geen kerkelijke plechtigheid meer, of Maria wordt er hulde gebracht, of Maria wordt daarbij aangeroepen.

En hoe rijk is de eeredienst der Kerk.

En is die eeredienst reeds rijk in den Romeinschen ritus en in die, welke aan den Romeinschen ritus verwant zijn, schitterender nog komt die rijkdom uit, wanneer daarnaast ook een blik wordt geslagen in de verschillende ritussen der Kerk, in het Oosten.

Over de vereering van Maria in den geheelen eeredienst der Kerk wordt in dit boek gesproken en niet terloops, doch met aanhalingen en verwijzingen, welke een begrip geven [166] van de veelgeprezen, maar door zoo weinigen werkelijk geziene en gevoelde schoonheid dier liturgische vereering van Maria.

Het werk is in drie deelen verdeeld.

Het eerste deel omvat de Maria-vereering, zooals deze tot uiting komt in de H. Mis, bij de toediening der H. Sacramenten en van talrijke Sacramentaliën.

Het tweede deel houdt zich bezig met de Kerkelijke Getijden, waarbij zich de bespreking aansluit van die devotie-oefeningen, welke òf voor liturgische gebruik zijn aangewezen, zooals de Litanie der H. Maagd, òf geheel òf gedeeltelijk bestaan uit gebeden, die in de Liturgie zijn opgenomen, zooals de Engel des Heeren en de Rozenkrans.

Het derde deel eindelijk behandelt de Feestdagen van Maria.

Niet zelden, zoo zegt de schrijver en we lezen dit met vreugde, niet zelden voert een of andere liturgische handeling, welke in verband staat met de Maria-vereering, ons terug naar de eerste eeuwen der Kerk. Het scheen hem daarom vollediger en eenigermate uit het onderwerp voort te vloeien, aan het geheel een dubbele beschouwing te doen voorafgaan, ten eerste over de leer aangaande Maria in de eerste eeuwen der Kerk, ten tweede over de vereering, toen aan Maria door de geloovigen gebracht.

Als wij dan eindelijk nog de lijst van bronnen doorzien, waaruit de schrijver putte en de bijzonderheden over dit alles heeft trachten op te diepen, dan voelen we, dat ons in dit werk iets geboden wordt, dat geen kritiek behoeft te vreezen, maar waarvoor wij den schrijver dankbaar moeten zijn, wijl hij daar samenbracht, wat op het groote veld der geschiedenis over de vereering van Maria verspreid lag en zoo onmogelijk door ons kon worden overzien, hoe gaarne we er ook de bijzonderheden van wilden kennen.

Mogen velen zich dit kostbare werk aanschaffen. Het zal hun godsvrucht tot Maria verlevendigen en verinnnigen, hun kennis van haar eeredienst vermeerderen en hen beter doen begrijpen, welk een verheven plaats Maria steeds innam in de liturgie der Kerk en daarin dus moet blijven innemen.

 


  1. Published in: Carmelrozen, Vol. VIII, November 1919, 165-166.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022