Een woord van blijdschap

Dutch translation of ‘In wird fen bliidens’

by Jan K.H. van der Meer

 

Een woord van blijdschap

[1]

Het doet ons Friezen deugd dat door dit boek het leven van onze grote Apostel Bonifatius te lezen is in onze eigen Friese taal.

Hij heeft in ons midden geleefd, hij is in ons midden gestorven. Hij is verheugd geweest die taal te horen van de eersten onder ons die naar hem geluisterd hebben, de besten van onze voorvaderen die door zijn hand gedoopt mochten worden.

Wanneer wij weten dat hij de Geloofsbelijdenis in het Fries heeft laten vertalen en deze liet uitspreken door diegenen van ons volk die begrepen dat deze de waarheid bevatte; wanneer wij bedenken dat de Friezen nu al twaalf eeuwen in hun taal met het hoogste ontzag over zijn leven en dood gesproken hebben, dan is het meer dan tijd dat in onze Friese taal een boek het licht ziet waarin zijn leven en streven, zijn komst en zijn dood beschreven zijn in een taal die, omdat het de taal van ons hart is, ons hart aanspreekt.

Ik ben bijzonder verheugd dat rector Jongma dat apostolisch werk heeft willen verrichten. Toen hij vanwege ziekte en zwakte niet naar zijn Missie kon, heeft hij hierin zijn apostolaatswerk gevonden. De Friezen mogen hem dankbaar zijn en zijn dat ook gewis.

In dit boek van rector Jongma komt de heilige Bonifatius weer voor onze ogen tot leven. Hij is ons nu meer nabij, ik zou wel durven zeggen, meer nabij dan hij ooit voor ons gestaan heeft.

Geschiedkundig goed ingevoerd in de tijd, in goed verzorgde taal, ligt er nu een boek voor ons dat Friesland zijn hoogste uitverkiezing, zijn edelste traditie weer voor de geest haalt. In dit boek kan Rooms en niet-Rooms lezen over een man de twaalf eeuwen geleden in Friesland is gekomen, tot driemaal toe, om het te brengen wat hij het hoogste wist, en die zoveel van Friesland heeft gehouden dat hij om dat [hoogste] te brengen niet minder dan zijn leven gaf.

Wij Friezen hebben veel goed te maken aan Bonifatius. Hij heeft ons alles gegeven. Wij hebben hem bij leven niet teruggegeven wat hij van ons verhoopte, wij willen na zijn dood hem eer bewijzen, weer spreken, weer lezen over zijn werk, hem onder ons weer laten leven om zo, al is het laat, naar zijn woord te luisteren, naar wat hij zegt te handelen.

 

Nijmegen, 5 juli 1938.

Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm.

Voorzitter van “Frisia Catholica”

 


  1. Gepubliceerd in: B. Jongma, c.m., De H. Bonifatius. Syn libben en syn wirk, Leeuwarden 1938, p. 5-6. Ook gepubliceerd als ‘It nije boek fen de H. Bonifatius. In wird fen blidens’ in: Ons Noorden, 16 Juli 1938, p. 14.

 

Translation: Jan K.H. van der Meer

Published: Titus Brandsma Instituut 2020 [revised 2023]