Het beschouwende Kloosterleven in de Missie

Article

1933

 

Rede van Prof. Dr. Titus Brandsma, O. Carm. over “Het beschouwende Kloosterleven in de Missie”.

[1]

Wonderbaar rijk is het Katholieke leven en zeer verscheiden stort daarin de H. Geest zijn gaven uit. Het zaad des Geloofs groeit uit tot een plant, die een sieraad is van den tuin der Kerk, met zooveel andere planten in groote verscheidenheid uit datzelfde zaad opgekomen en samen de heerlijkheid van dien tuin uitmakend. Om de eenheid in die verscheidenheid uit te drukken heeft Christus zijn Kerk vergeleken bij een Lichaam waarvan Hij het hoofd, wij de ledematen zijn, alle verschillend in taak, alle niettemin deelend in hetzelfde leven. Toch zijn er deelen meer noodzakelijk voor het leven van het geheel, meer edele deelen, met welker werking en welstand de bloei van het geheel inniger samenhangt. Zoo is het ook in de Kerk. De mensch is in Gods Kerk allereerst geroepen tot aanbidding en verheerlijking van God en de organen, waardoor zij deze edele taak verricht, behooren tot haar edelste deelen. Waar deze in de Kerk bloeit, daar toont zich de Kerk in haar hoogste schoonheid. Het gebed, de eeuwige aanbidding Gods leeft in heel de Kerk en klopt er als de polsslag in het lichaam, maar het heeft zijn haard, zijn zetel, zijn brandpunt in betrekkelijk kleine groepen geloovigen, die zich geheel daaraan mogen wijden, terwijl God van anderen tevens andere noodzakelijke werkzaamheden vraagt. Wanneer voor deze heerlijke taak enkelen worden vrijgemaakt, dan bidden zij daarom nog niet in de plaats van anderen, in het mystieke Lichaam der Kerk heeft elk lid zijn taak, doch deelen allen in het leven van het geheel. Die organisatie is de roem der Katholieke Kerk en ook in de missiën moet haar rijke leven zijn verscheidenheid en zeker de schoonste uitingen van dat leven niet missen. Het moet daar zoo mogelijk nog heerlijker stralen. Daar moet de aanbidding en verheerlijking Gods een zeer bijzondere plaats innemen en boven alles gaan, daar gaat van een groep personen, die zich daaraan geheel wijden, een buitengewoon groote invloed uit, niet het minst op den heiden, die daaraan een nog hoogere beteekenis zal hechten, dan wij reeds doen. Het zal de schoonste bekroning zijn van het gebedsleven, het Gloria in excelsis der Engelen bij de nieuwe geboorte van Gods Zoon in de harten der nieuw-bekeerden, dat tegelijk de herders tot de aanbidding oproept en allen in gebed vereenigt. Op den ladder die ten Hemel leidt moet de hoogste trap niet ontbreken, maar evenmin alleen de hoogste trede zonder de andere zijn.

Is dat de eerste taak van het beschouwende kloosterleven in de Missie, contemplatio in laudem Dei, het contemplatieve leven als de hoogste uiting van Gods aanbidding en verheerlijking, de tweede is niet minder voornaam en door Sint Thomas samengevat in de woorden: contemplata aliis tradere, ter prediking gaan nadat men door de beschouwing nieuw licht in den geest, nieuwe geestdrift in het hart deelachtig is geworden. De Missionaris heeft die beschouwing noodig ter verlichting van zijn verstand, tot begeestering van zijn wil. Daarvan heeft de groote Missionaris de Heiland zelf ons het voorbeeld gegeven, als Hij den nacht doorbracht in het gebed na dagen van harde werkzaamheid. Daarvan is het leven der groote Apostelen de voortdurende prediking. Zij hebben de groote waarde der overweging en der beschouwing ook voor de Missie steeds ingezien. De meeste missionarissen zijn of reeds door gelofte kloosterling of leiden een leven, waarin de kloosterlijke deugden een eerste plaats innemen, maar zij leven te midden van allerlei beslommeringen, het is voor hen vaak moeilijk, met een H. Catharina van Genua een cel te bouwen in hun hart, maar zij moeten denzelfden geest bezitten. Omdat hun leven hen zoo vaak van de voortdurende beschouwing terughield, hebben zij de stichting van kloosters, waarin daartoe door God geroepen personen zich geheel aan dit leven konden wijden met groote energie bevorderd om daardoor in hun Missie den geest der beschouwing te doen voortleven en dien geest mede in te ademen. Een schitterend voorbeeld is de H. Bonifatius, die niet slechts voor vrouwen te Fulda een beschouwend klooster stichtte als het sterke middelpunt, maar op meer plaatsen ook voor zijn missionarissen kloosters wilde, waar zij althans van tijd tot tijd zich aan de beschouwing konden wijden. Het leven van den grooten Apostel van Azië den H. Franciscus Xaverius zoowel als dat van den Apostel van Amerika den H. Petrus Claver doen zien, hoeveel waarde zij aan de beschouwing hebben toegekend en in Afrika staat Kardinaal de Lavigerie met zijn stichting van een Carmelitessenklooster in Algiers als een lichtend voorbeeld hoe in de Missie de geest van overweging en beschouwing moet leven en daarvoor de stichting van zulke kloosters van groote beteekenis moet worden geacht, opdat daar de beschouwing der hoogste waarheden voortleve en steeds nieuwe geestdrift worde gewerkt om het overwogene en beminde ook een anderen te prediken. [010]

Het derde groote voordeel, door velen als het eenige gezien, is: contemplatione gratiam erogare, door het gebed en de overweging Gods zegen over de Missie afsmeeken. Ook hier moet men dit niet te eenzijdig zien. God wil, dat de uiterlijke werkzaamheid zijn missiewerk kenmerke en Hij vraagt van den missionaris ingespannen arbeid en wil, dat velen in zijn wijngaard gaan om het harde werk van den oogst te verrichten. Maar tevens heeft Hij gewild, dat de Missionaris daarin niet alleen staat en in zijn harde werk den steun kan ontvangen van gebed en goede werken, die Gods genade, welke hij komt prediken en overbrengen, uitstort in de harten zijner schapen. Er is in en buiten de missie een leger noodig van werkzame menschen, priesters, zusters, broeders, leden van allerlei missie-genootschappen, van medische missie, van propaganda, zelateurs en zelatrices, maar daarnaast treedt nog een veel grooter leger op van toegewijde zielen, die in de stilte en in het verborgene bidden en het God mogelijk maken, zijn belofte te vervullen, dat Hij met zijn Apostelen zijn zal tot het einde der tijden. In vereeniging met God moet het missiewerk worden gedaan en zijn zegen moet onophoudelijk daarover worden afgesmeekt. Heeft Hij zijn Apostelen niet als een der eerste beden op de lippen gelegd: Uw Rijk kome. Vooral een H. Teresia, de groote meesteres van het geestelijk leven heeft het sociale karakter van het beschouwende en mystieke leven op den voorgrond geplaatst. Zij heeft in de Orde van Carmel den geest van Apostolaat op de heerlijkste wijze doen herleven en in het bijzonder in haar groote navolgster de H. Teresia van Lisieux is die apostolische geest tot schitterende openbaring gekomen. In de missien zelve is de stichting van zulke kloosters vaak zeer moeilijk. Dit mag echter niet weerhouden, er toe over te gaan, zoodra het eenigszins mogelijk is. Zij eert de leiding der missie, die daardoor blijk geeft er de hooge waarde van in te zien, zij moge bijzondere moeilijkheden hebben, er zijn toegewijde zielen, die ook dit zwaardere offer brengen en dit leven nog rijker maken. Zulk een stichting doordringt de missie van de apostolische gedachte, tot grooter eenheid en inniger aansluiting bij het werk van den missionaris. Zij zal ook geleidelijk inwoners van het missiegebied tot dit leven trekken. Hebben we boven deze Godgewijde zielen vergeleken bij de Engelen, die het Gloria zingen bij Gods nieuwe geboorte in de harten der Heidenen, hier zouden we een [vergelijk] willen zien met de Engelbewaarders, die de Missie beschermen. Zeker, ook in verre streken kan voor de missie worden gebeden en geofferd, maar de Kerk bevordert toch, dat voor elke goede zaak eigen gebeden in haar Liturgie worden opgenomen en op de daarvoor meest geschikte plaatsen worden verricht. Wij moeten de algemeene taak der beschouwende Orden niet uit het oog verliezen, maar evenzeer bedenken, hoe daarmede een stichting in de eigen missiegebieden kan samengaan. Werd den H. Petrus Claver geopenbaard, dat de vrucht van zijn missiewerk voor een groot deel was toe te schrijven aan de gebeden en goede werken van een H. Broeder Rodriguez in Spanje, dan is dit een heerlijk bewijs van de gemeenschap der Heiligen in het algemeen. Wij lezen in het leven van den H. Bonifatius, dat hij niet slechts een plechtig verbond sloot met alle kloosters van het bisdom, opdat zij voor zijn missiewerk zouden bidden, hij hechtte niet minder groote waarde aan de stichting van een eigen klooster in zijn missie zelve. Kardinaal de Lavigerie wilde zijn missiewerk niet beginnen voor hij als grondslag daarvan te Algiers een klooster van Carmelitessen had gesticht. Naar zijn voorbeeld lezen we telkens hoe nu in deze dan in die missie zulk een klooster wordt gesticht. Paus Benedictus gaf groote sommen om op Madagascar zulk een stichting mogelijk te maken en spoorde uitdrukkelijk tot deze stichtingen aan. Met vreugde hooren wij, dat te Batavia de stichting van een Clarissenklooster, te Malang van een Carmelitessenklooster wordt voorbereid. De aanwijzing van een H. Teresia van Lisieux tot algemeen Patrones der Missie-actie naast den H. Franciscus Xaverius is een heerlijke aanwijzing, hoe de Kerk de uiterlijke en innerlijke Missie-actie nauw verbonden wil zien en vooral de laatste als den noodzakelijken steun van de eerste beschouwt.

Moge in de missien en in alle kringen, die voor haar werken, onder de bescherming van Maria de Moeder van het innerlijk leven deze dubbele opvatting van het missiewerk steeds harmonisch opbloeien.

 


  1. Typescript (NCI OP124.15), 2 pages. Summary of lecture held 26 November 1933: Das betrachtende klösterliche Leben innerhalb der Mission. Probably the summary is made by Titus Brandsma for a report in the newspapers. See for instance: De Tijd, 27-11-1933.

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2023