To Fr. Prov, Fr. Prior, etc – 12 Feb 1942

Scheveningen, 12 February 1942

Letter to Fr. Prov, Fr. Prior, etc.

 

[1]

P. Prov., P. Prior, Reverendissime, Confraters, Heerbroer, Zusjes, Zwager, Kinderen, Vrienden. – Hartelijkste groeten uit cel 577 Scheveningen. Ik zit er alleen. Twee bij vier en ook vier hoog. Een cel trouw bewoond wordt zoet, zegt Thom. à Kempis. Ik ben hier ook al thuis. Ik bid, ik lees, ik schrijf, de dagen zijn te kort. Van 8 tot 7 is het nacht. Ik maak het best in mijn eenzaamheid. Al mis ik de kerk, de mis, de communie en komt hier ook geen priester. God is me toch nabij, nu ik niet meer bij de menschen en de menschen niet bij mij kunnen. Ik ben heel rustig, gelukkig en tevreden en pas me maar aan, ik houd het best uit. Ik ontvang eenige tegemoetkoming in de kost, ’s avonds ¼ L goede volle melk en in plaats van het gewone brood droog, melkbrood vier dikke sneden gesmeerd. Ik doe er ’s morgens twee in de koffie, des avonds twee in de melk en eet het met den lepel. Des middags stamppot of soep, heel goed bereid en voor mij overvloedig. Nu en dan is er wat vlees door gemalen, Vrijdags wat visch. We hebben ook suiker, jam, boter en smeerkaas maar in heel matige hoeveelheden. Wil U Dr. De Jong laten weten, dat Hij zich tegenover mij geen zorgen of verwijten maakt. Ik lijd het hier met plezier en maak het best. Zeg dat ook aan Dr. Woltring. Stuur U mij a.u.b. een latijnsche Imitatio, een Ordesmissaaltje en een rozenkrans, volgend deel brevier met kalendarium. Dan A. Hoornaert, Ste. Thérèse écrivain (Brugge Desclée). Het ligt op tafel. Vaal, lichtblauwe band, drie vinger dik. Als U er niet bij kan, kan U het misschien elders krijgen of nieuw bestellen. Verder drie blokken goed gelijnd schrijfpapier. Ik mag gelukkig schrijven. De eerste dagen mocht ik ook roken. Dan een pyama, liefst de blauwe, twee hemden en twee broeken, wat kousen en zakdoeken plus een dubbele zak met naam om er den wasch in te doen en eindelijk iemand, die om de veertien dagen den vuilen voor den schoonen inruilt. Pastoor Dr. Onings hier zal U wel willen helpen zoo iemand te vinden. Als mijn cel toegankelijk is, stuur dan ook het korte jasje, dat achter de deur hangt of wellicht beter nog het hele pak. Wilt Ge er wat toespijs bijsturen, best, maar wij hebben geen mes en ook geen blikken trommels en mogen die ook niet hebben. Als Vos de Wael nog niet gepromoveerd is, laat hij niet op mij wachten. Prof. Kors zal me wel willen vervangen of Prof. Post. Bij voorbaat dank. Feliciteer zijn moeder en hem van mij. Laat Stappers (Oldenzaal) de zaak van Michel Polatian volgens onze afspraak regelen met accountant Winters te Venlo. Vraag P. van Keulen en Wijnhoven, Boxtel, voor zover noodig voor Zr. Feugen te zorgen en zeg hun, dat zij alles op mij heeft overgeschreven. Testament ligt bij Wolters, zoodat geen zorg over de dingen van het Apostolaat. April vorig jaar deed mej. P. Verstraeten en nog een van de Theol. Maatsch. Afd. bij mij tentamen. Ik verzuimde een bewijs te geven. Stel U met haar in verbinding, vraag den naam van den andere en laat Prof. Hoogveld weten, dat ze bij mij tentamen deden, goed. De copie van de vertaling van de Donkere Nacht v. p. Mauritius Geleen ligt op mijn cel op tafel. Ik kon ze niet meer inzien. Zeg Pater Wij[n]hoven, dat copie Sloots’ Ketterijen in het Oosten mee in beslag genomen is. Sloots zal wel doorslag hebben. Ik zag gaarne afdeeling in hoofdst. en dan bij begin en einde van elk hoofdstuk in het licht gesteld in de ketterij liefde voor juiste omschrijving v.h. Geloof, offervaardigheid er voor enz. Het is te veel in mineur. Laat rector Canisius weten, dat rondschrijven Willibrordusvereen. v. verkiezing leden v. Raad. v. Beroep ook in beslag is genomen en dus geen voortgang heeft. En bidt voor mij in de gemeenschap der Heiligen.

Uw p. Titus, carm.

 


  1. Typed letter (NCI Box 26.01.001), 1 page. The typescript starts with “De eerste brief van Prof. Dr. Titus Brandsma uit de Deutsches Polizei Gefängnis, van Alkemadelaan 850, Scheveningen. 18 Februari 1942. Bij briefwisseling met de gevangenen moet de naam in den brief vermeld staan, het adres is dan: Mijnheer Prof. Dr. Titus Brandsma, Polizeigefängnis, Scheveningen (IV.B.L.Har’en). Ongefrankeerde brieven voor de gevangenen worden niet aangenomen, het toezenden van geld kan per postwissel geschieden. Bezoekdagen uitsluitend voor familieleden iederen Maandag en Donderdag van 15 tot 17 uur op vertoon van bezoekbewijs der Zaakgelastigden Dienststelle, Kriegsgericht B.D.S. enz. Zonder bewijs geen toegang. Levensmiddelen worden niet aangenomen, ter bestrijding der kleine uitgaven van levensmiddelen, scheren, enz. is het nodig, dat de gevangene geldbedragen van f 5,- in zijn bezit heeft. Wasch omruiling kan plaats hebben om de 14 dagen, voor letter A tot K op Dinsdag, en letter L tot Z op Vrijdag van 8,30 tot 11 uur v.m.” The date of 18 Februari seems to refer to the date the letter arrived in Nijmegen. Titus Brandsma himself speaks about his letter of 12 Februari (see: [Letter 5 March 1942]

 

© Nederlandse Karmelprovincie

Published: Titus Brandsma Instituut 2020