To Henricus Brandsma – 3 June 1942

Cleves, 3 June 1942

Letter to Henricus Brandsma

 

Kleve, 3 Juni 1942[1]

 

Beste Henricus,

Op uw zestigsten verjaardag, nog wel samen vallend met den blijden Sacramentsdag, mijn hartelijkste gelukwenschen en een extra gebed, dat Onze Lieve Heer U nog vele mooie priesterjaren geve in Uw H. Orde. Ik moet mij met een geestelijke H. Communie tevreden stellen, want een H. Mis is hier alleen Zondags. Het is al een heele vooruitgang geweest, dat ik de laatste drie Heilige dagen weer de H. Mis heb kunnen bijwonen en Pinksteren beide dagen en Drievuldigheidszondag de H. Communie weer heb kunnen ontvangen, na er vier maanden van verstoken te zijn geweest. Ik blijf hier nog eenigen tijd, weet echter niet hoelang. Elken Zaterdag gaat er een transport van een veertig van hier verder Duitschland in. Deze week ben ik er nog niet bij. Misschien volgende week. Een week eerder of later maakt ook al niet veel uit. Ik wacht het maar geduldig af. Ik kan nog lang genoeg in Dachau (bij München) zijn. Het heeft geen naam om er hard naar te verlangen, al doen de gevangenissen en het kamp tot nu toe doorleefd, een mensch uiteraard ook al niet verlangen er langer te blijven. Wie had gedacht, dat ik U op uw 60sten verjaardag van uit een Duitsche gevangenis zou schrijven. Er is in die zestig jaar al heel wat gebeurd. Wat zien we er in dezen somberen tijd blij en dankbaar op terug. Och dat blije komt ook weer en ik hoop binnen niet te langen tijd. Men probeert nog voor mij, mij in een Duitsch klooster onzer Orde geinterneerd te krijgen, zooals men ook Pastoor Bulters heeft vrijgelaten met de verplichting, dat hij naar Venraay werd verplaatst, maar of dat lukken zal, staat te bezien. Ik heb de geheele zaak maar in de handen van Sint Jozef gesteld, die den kleinen Jezus met Maria ook weer uit Egypte naar Nazareth voerde. Ik vereenig me maar met Jezus en Maria in zijn machtige bescherming. Sluit U in uw gebed maar bij mij aan, het gaat me gezien de omstandigheden, nogal behoorlijk. Ik spartel er wel door en zal later de schade wel weer inhalen. Plaatsing in Dachau beteekent wel: na den oorlog. Maar ik praat maar over mezelf, hoe is het met U. Zijn de voeten weer geheel beter? Vele groeten aan uw Zustertjes, binnen en buiten slot. Ik beveel me natuurlijk in haar gebed. Ik hoop maar, dat uw werk onder haar U steeds meer voldoening en vreugde geeft naar ziel en naar lichaam. En vele groeten natuurlijk aan Pater Gardiaan, de Paters en de Broeders. Den broer van Pater Hettema zag ik nog juist even in Amersfoort. Hij kwam, ik ging. Onder het passeeren even een paar woorden. Hij dacht, dat ik naar huis ging en zeide, Vader en Moeder, enz. te groeten. Ik moest hem teleur stellen. Hij zag er blij en opgewekt uit en ik hoor van anderen, die van daar naar hier zijn gekomen, dat hij het heel goed stelt. Ik ben P. Elp. Bruna heel dankbaar dat hij Frisia Catholica leidt. Ik hoop dat hij er den gang in houdt en veel tot bloei er van kan doen. Vooral zou ik hem willen vragen, werk te maken van de steenen voor de staties in Dokkum. Rohling zal hem wel helpen, ook de Jong voelt er veel voor. Rohling is in verbinding met Foswerd. Bolsward kan naast de Broerekerk uit die garage wel wat steenen leveren, dunkt mij. Er staat een los tusschenmuurtje. Franeker zal van het oude Kruisheerenklooster (krankzinnigengesticht) steenen kunnen leveren. Ik meen, dat Rohling ook verbinding kreeg met Bergum. De Pastoor van Woudsend beloofde onderzoek achter de Protestantsche kerk. Laat mij eens weten, hoe het met Frisia Catholica gaat? Mijn adres is via den Prior van Nijmegen. Vele groeten aan Zr. Barbara en Zusters te Leeuwarden. Ik kan haar niet schrijven. Men is hier vriendelijk en welwillend, maar het blijft een gevangenis. Ook Michiel en Gatsche, Jan en Lena, Hans en Trees met de kindertjes de hartelijkste groeten. Ik denk heel dikwijls aan U allen en weet dankbaar, dat Ge mij niet vergeet. Groeten ook via Ugoklooster aan Akke Kramer-Galama. Haar Heerbroer zal ik waarschijnlijk spoedig laten we hopen, in welstand zien. Er zijn veel geestelijken daar, ook collega Regout. Nu, vier maar goed Uw 60 jaar. Zet ze met vreugde in. Ik deel in die vreugd.

In Chr. uw Titus O.Carm

  1. Typed letter (NCI Box 26.02.7), 1 page.

© Nederlandse Karmelprovincie

Published: Titus Brandsma Instituut 2020