Vitus, Modestus en Crescentia

1938

Encyclopedic entry

 

Vitus, Modestus en Crescentia

[1]

Vitus, Modestus en Crescentia, Heiligen, martelaren. † 303 of 304 onder Diocletianus. Volgens de legende was de H. Vitus de zoon van een Siciliaansch edelman, op jeugdigen leeftijd om zijn geloof door zijn vader aangeklaagd en gefolterd, waarna hij met zijn voedster Crescentia en dezer echtgenoot Modestus zou zijn gevlucht en in Lucanië in de golf van Salerno landde. Hier opnieuw gegrepen, zou hij met zijn beide gezellen na vele folteringen den marteldood hebben ondergaan. Relieken van den H. V. werden later overgebracht naar de abdij St. Denis bij Parijs, vandaar naar de abdij Corvey in Westfalen, vanwaar de vereering ook over Duitschland en de Nederlanden verspreid werd. Zoo werd St. V. patroon van Leeuwarden, waarover de abdij Corvey het patronaatsrecht bezat. Westfalen telt meer dan 20 Vituskerken. De groote vereering deed hem ook tellen tot de 14 → Noodhelpers. Feestdag 15 Juni.

In het bijzonder werd hij aangeroepen tegen brand en bliksemgevaar, omdat hij volgens de legende in een [516] ketel met gloeiende teer geworpen, ongedeerd bleef. Vandaar dat hij gewoonlijk wordt afgebeeld in een ketel met vlammen staande, althans in of op vlammen. Dit is wellicht weder aanleiding geworden hem aan te roepen bij een ziekte, waarbij de zieke als op kolen danst, gewoonlijk Vitusdans of Sint-Veitsdans ook St. Jansdans genoemd. Zie hiervoor het artikel → Chorea.[2]

Brandsma[3]

 


  1. Published in: De Katholieke Encyclopaedie, Vol. XXIII., c. 515-516. The NCI preserves the typescript.
  2. The typescript does not have this reference.
  3. In the publication a paragraph is added about V. in the iconography, by p. Gerlachus.

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2022