Pater W. Derks O.F.M. †

1919

Article

Pater W. Derks O.F.M. †

[1]

Toen ik hedenmiddag toevalligerwijze in het klooster der Eerw. Paters Minderbroeders te Megen kwam, vroeg ik den Z.Eerw. Pater B. Ruyten, jaren in Bolsward werkzaam, belangstellend naar den Zeereerw. Pater W. Derks, tot voor enkele maanden Pastoor der St. Franciscusparochie te Bolsward. Nog slechts kort geleden verwisselde hij, na een twintigjarigen werkkring aldaar het Friesche stadje met het rustiger klooster te Venray. Ik hoopte te hooren, dat de verdiende rust zijn geknakte gezondheid had hersteld, doch vernam met leedwezen, dat reeds zes dagen geleden de aarde zich over zijn graf gesloten had en de hem door zijn Oversten gegeven rust door Gods beschikking in een eeuwige rust was overgegaan. De bladen hadden het niet vermeld. Hij leefde thans verborgen. Zeker, Bolswards Katholieken hebben zijn afsterven vernomen uit den mond zijner Ordebroeders, maar zijn naam was in Friesland te geëerd, dan dat aan zijn nagedachtenis niet een enkel woord moet worden gewijd in het Katholiek orgaan dier provincie, dat trouwens, onder de schaduw der Sint Franciscuskerk voor het eerst verschenen, steeds gaarne een woord van hulde zal plaatsen voor de kinderzonen van Sint Franciscus, die nu al zooveel jaren die parochie bedienen. Ruim twintig jaar stond deze ware zoon van den Arme van Assisië er aan het hoofd der parochie. Ik herinner mij hem uit de jaren mijner jeugd en het beeld uit die jaren geeft hem niet anders dan de herinnering uit de laatste jaren. Eenvoudig, ernstig, met een verheven opvatting van zijn hooge taak als priester en als kloosterling, verscheen hij als een persoon, die eerbied afdwong en vertrouwen wekte, die, langzaam eenigszins in woorden en bewegingen een toonbeeld was van bedachtzaamheid en voorzichtige wijsheid, voor jong enthousiasme toegankelijk, maar er niet door te verstoren in zijn kalmte, als een man van jarenlange ervaring en levenswijsheid, niet te winnen door geestdriftig, doch niet bezadigd geoordeeld betoog. Zoo werd hij het voorwerp van stille vereering, van hooge achting. En gelijk hem Bolsward lief was geworden, zoo was hij lief geworden aan de stad, een figuur, met bijzonderen eerbied begroet. Het ligt niet in mijn bedoeling hier een beeld te geven van zijn leven en veelzijdige werkzaamheid. De bijzonderheden daarvan zijn mij ook minder bekend. Slechts enkele wil ik aanstippen, welke ik mij herinner. In 1845 werd hij te Grave geboren, zoodat hij den leeftijd van 73 jaren bereikte. Reeds op zeventienjarigen leeftijd trad hij in de Orde der Minderbroeders onder den kloosternaam Leonardus. Een jaar later legde hij in die Orde zijn geloften af, om bijna zes jaar daarna in 1869 de H. Priesterwijding te ontvangen. Op den dag, waarop hij zijn gouden Priesterfeest zou hebben gevierd, zong men over zijn lijk het Requiem aeternam en werd door den H.Eerw. Pater Rogerius Burgers, zijn opvolger als Pastoor te Bolsward, zijn stoffelijk overschot op het kloosterkerkhof te Venray ter aarde besteld. Als Priester was hij o.a. werkzaam in de groote statiën te Leiden, Haarlem en Amsterdam en nog leeft daar de herinnering voort aan den ernstigen bedaarden en stipten kloosterling. Ook was hij eenige jaren Prefect van het thans zoo bloeiende Gymnasium te Megen. Meermalen maakte hij ook als Definitor deel uit van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Ordesprovincie. Verleden jaar bracht een ernstige ziekte hem aan den rand des grafs. Hij herstelde slechts ten deele en hij zag zich gedwongen, wegens de hooge verantwoordelijkheid van zijn taak, ontslag te vragen uit de zooveel jaren met groote toewijding vervulde bediening. Ook hierin toonde hij zich een ootmoedig kloosterling. Aan den Hoogeerw. Pater Provinciaal, die hem de keus wilde laten tusschen de verschillende kloosters der provincie als plaats zijner rust, antwoordde hij – en hij deed dit, dunkt me, zoo in alle oprechtheid – dat hij geen voorkeur wilde openbaren, daar hij de verdienste wenschte der gehoorzaamheid. Het klooster te Venray mocht de stichting zijner laatste levensdagen ontvangen. Hij ruste hier in vrede. Moge God hem het loon van den trouwen knecht hebben waardig gekeurd. Een bede hiervoor en dit korte woord van hulde zij mijn bloempje op zij graf.

 

Oss, 17 Maart 1919

Dr. Titus Brandsma, O.Carm.

 


  1. Published in: Ons Noorden, 20 March 1919, p. 2.

 

Published: Titus Brandsma Instituut 2023