1922
Article
De Z. Redemptus van het Kruis
Door P. Dr. Titus Brandsma, Ord Carm. Oss.[1]
Evenals de beeltenis van den Zaligen Dionysius, welke wij in de vorige aflevering opnamen, staat die van den Zaligen Redemptus van het Kruis in een Indische omlijsting. Samen leefden zij in het klooster te Goa, samen stierven zij den marteldood in Atjeh.
Broeder Redemptus, in de wereld Thomas Rodriguez de Cuencha, was in Portugal geboren, maar de krijgsdienst had hem naar Meliapore gevoerd. In Indië riep God hem tot zijn dienst. Hij trad te Goa als leekebroeder in de Orde van Onze Lieve Vrouw van Carmel en bekleedde er eenige jaren tot stichting van de leeken zoowel als van zijn ordebroeders de bediening van portier en koster.
Toen in 1638 de Zalige Dionysius werd aangewezen om het gezantschap der Portugeesche Kolonie naar Atjeh te vergezellen, werd hem de Z. Redemptus toegevoegd. Met bijzondere vreugde aanvaardde de Zalige deze benoeming, niet om het eervolle, dat er voor het oog der wereld in kon gelegen zijn, maar omdat hij reeds aanstonds het voorgevoel had en ook openlijk uitsprak, dat deze reis hem zou voeren tot het Martelaarschap.
Na de schijnbaar vriendelijke ontvangst werd hij met anderen in boeien geslagen en vervolgens in dienst gegeven aan een der wreedste inboorlingen. Hier had hij de hardste slavernij en de wreedste verguizing te ondergaan en kwam hij bijna om van honger en dorst. Blijmoedig verduurde hij ruim een maand dien smaad en die ontbering. Hij was voor allen een voorbeeld van geduld. Op den dag eindelijk, waarop voor hen allen het lijden zou worden bekroond met den marteldood voor Christus, 26 November 1838, ging hij allen voor in den dood. Vroeg Pater Dionysius de gunst het laatst te sterven om allen in het laatste uur als priester bij te staan, hij viel als eerste slachtoffer met pijlen doorschoten, met vergiftigde zwaarden en lansen doorboord. Zijn onbezweken moed verlevendigde dien der anderen.
Met de Z. Dionysius wordt hij door de Orde op 29 November als martelaar vereerd.
- ↑ Published in: Carmelrozen Vol. XI, June 1922, p. 45.
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2022